1956  België 5 - 4 Hongarije


Heizelstadion, Brussel, België - 3/6/1956
Vriendschappelijke wedstrijd (75.000 toeschouwers, waarvan 59.299 betalenden)

Scheidsrechter: Horn Leopold Sylvain (Nederland)

De selectie van BELGIË:
Trainer:
Vandeweyer André

Nummer
Naam
Club
Selecties
Caps
1
Gernaey Leopold AS Oostende
22
15
2
Dirickx Henri Union St-Gillis
37
15
3
Dries Marcel Berchem Sport
27
22
4
Huysmans Constant Beerschot VAV
19
19
5
Van Kerkhoven Robert Daring CB
34
7
6
Mees Victor FC Antwerp
52
49
7
Jurion Armand 'Jef' SC Anderlecht
4
4
8
Vandeweyer Remy Union St-Gillis
1
1
9
Mermans Jef SC Anderlecht
66
56
10
Houf Denis Standard CL
10
7
11
Orlans Richard AA Gent
8
7

Wisselspelers:

Nummer
Naam
Club
Selecties
Caps
12
Alfons Dresen SK Lierse
5
2
13
Wauters Eddy FC Antwerp
1
0
14
Carré Louis FC Luik
56
54
15
Van Den Bosch Hippolyte SC Anderlecht
14
7




De selectie van HONGARIJE:
Trainer:
Sebes Gusztáv

Nummer
Naam
Club
Caps Goals
Out
In
1
Ilku István Dorogi Bányász SC
1
0

39'

-
2
Buzánszky Jenõ Dorogi Bányász SC
46
0
-
-
3
Szojka Ferenc Salgótarjáni Bányász TC
20
1
-
-
4
Lantos Mihály Bp. Võrõs Lobogó SE
51
4
-
-
5
Bozsik József Bp. Honvéd SE
73
8
-
-
6
Berendi Pál Bp. Vasas SC
2

0

-
-
7
Budai II László Bp. Honvéd SE
28
9
-
-
8
Kocsis Sándor Bp. Honvéd SE
62
70
-
-
9
Tichy Lajos Bp. Honvéd SE
12
6
-
-
10
Puskás Ferenc Bp. Honvéd SE
78
81
-
-
11
Fenyvesi Máté Bp. Kinizsi SE
11
3
-
-

Wisselspelers

Nummer
Naam
Club
Caps Goals
Out
In
12
Gellér Sándor
Bp. Võrõs Lobogó SE
8
0
-
39'
13
Kárpáti Bela
Bp. Vasas SC
9
0
-
-
14
Hidegkuti Nándor
Bp. Võrõs Lobogó SE
55
36
-
-
15
Kotász Antal
Bp. Honvéd SE
6
0
-
-
16
Machos Ferenc
Bp. Honvéd SE
5
3
-
-
17
Palotas Péter
Bp. Võrõs Lobogó SE
23
18
-
-

Scoreverloop:

Tijdstip
Speler
Stand
11'
Van Kerkhoven (penalty)
1-0
12'
Puskás (H)
1-1
28'
Kocsis (H)
1-2
31'
Kocsis (H)
1-3
59'
Vandeweyer
2-3
63'
Orlans
3-3
76'
Houf
4-3
83'
Orlans
5-3
87'
Budai (H)
5-4



In juni 1956 speelde de Hongaarse ploeg een vriendenmatch in Brussel. Van het fameuze Golden Team ontbraken Grosics Gyula, Lóránt Gyula, Zakariás József en Czibor Zoltán, terwijl Hidegkuti Nándor slechts bankzitter was. De Magyaren waren pas op 20 mei met 2-4 in het Nepstadion van Boedapest door Tsjecho-Slowakije verslagen, nadat ze er de jongste veertien jaar niet meer verloren hadden. Maar de ploeg vertoonde sedert de nederlagen tegen West-Duitsland in Bern (4 juli 1954: 3-2) en tegen Turkije in Istanbul (19 februari 1956: 3-1), zeer duidelijk sporen van verval. De Hongaarse voetbaldeskundigen hadden ten andere niet geaarzeld om te schrijven dat hun cracks onder alle opzichten, dus technisch en tactisch, en ook in snelheid, werden overklast door een Tsjechisch spel dat nochtans grotendeels was gekopieerd van het Hongaarse.
Voor trainer Sebes had de match in Brussel dan ook een uitzonderlijke betekenis. Wat zou de reactie zijn op een nieuwe nederlaag, in het vooruitzicht van de kwalificatiewedstrijden voor de Wereldbeker die in 1957 begonnen?
Voor België bleef Hongarije in principe een te sterk elftal, zelfs in haar vermoede overgangsperiode en gevreesde deemstering. Men had het dan ook niet gemakkelijk een ploeg samen te stellen en men verkoos met geroutineerde en met elkaar vertrouwde spelers te werken, in plaats van met individueel momenteel betere krachten. De Belgische verdediging werd behouden, behalve Fons Van Brandt, totaal uit vorm. Vooraan was het spijtig dat Rik Coppens gekwetst was en forfait diende te geven, zodat nog een debutant werd opgeroepen, Unionspeler Remi Vandeweyer. Maar toch bleven de nodige twijfels op welslagen bestaan. Men verwachtte het spektakel van de andere ploeg. Met vedetten Kocsis, met zijn ongeëvenaard kopspel, en Puskás, met zijn haast nooit falend schot, als aanvallende binnenspelers, was de Hongaarse spelwijze nog zeer afdoende tegen het Engelse derde-backspel, toegepast door de Belgen. De Hongaarse strategie en het gebruik van de ruimte waren nog steeds bepalend.
De belangstelling voor de match tegen de 'Magische Magyaren' was fenomenaal: 75.000 toeschouwers, waarvan 59.299 betalende, wat een absoluut record was voor België. Maar die toeschouwers kregen niet helemaal wat zij verwacht hadden. Zij hadden zich laten verleiden door de reputatie van de Hongaren en hadden gehoopt de gereputeerde grootmeesters van de voetbalsport, het Golden Team 1954, aan het werk te zien.
Fenyvesi I Máté
Fenyvesi I Máté Dr. (foto: Hongaars Sportmuseum)
Tichy Lajos
Tichy Lajos
(foto: Hongaars Sportmuseum)

Dat de Rode Duivels, voor de gelegenheid met witte trui, tegen die beroemde Magyaren de beste verrichting sinds heuglijke tijd weggaven, valt niet te betwijfelen. De Belgen kwamen zelfs eerst op voorsprong na omzetting van de strafschop door Van Kerkhoven, maar een minuut later al zou Puskás het gelijkstellend doelpunt scoren. Naar het voorbeeld van een Romeinse veldheer stak hij de hand in de hoogte en bleef in het midden van het veld een tijdje 'poseren', tot de Nederlandse scheidsrechter Leo Horn hem duidelijk maakte dat dit theatraal vertoon overbodig was. Toen vervolgens de Hongaren na een half uur met 1-3 leidden, dacht iedereen dat de match gespeeld was. Men kreeg de indruk dat de Hongaren het niet ernstig meenden en schijnbaar onverschillig mekaar de bal toespeelden. Maar dan plots kwamen zij in twee, drie trekken voor de Belgische doelman Gernaey en waren er voor diens doel geen lichamen, hoofden en benen genoeg om het gevaar af te weren. Dan waren er ook nog de bestendige permutaties, waardoor bewaking en dekking zeer moeilijk werden. En tenslotte was er het overschakelen van de ene spelwijze naar de andere, praktisch zonder de minste overgang. Zo zag men Kocsis, Tichy en Puskás om de beurt in de eerste lijn en speelden de buitenspelers Budai en Fenyvesi afwisselend in teruggetrokken en in vooruitgeschoven positie. Wanneer Puskás, de enige die bijna een ganse match zijn grote reputatie waar maakte, zich liet afzakken, zocht hij de ruimte en zijn voorzetten van dertig tot veertig meter waren telkens exemplaren van strategisch doorzicht en van nauwkeurigheid. Maar de Hongaren begingen in de tweede helft de vergissing de Belgen te laten spelen, hen hun gewone spelwijze te laten ontwikkelen. En uiteindelijk vond Hongarije niet meer de gepaste tegenzetten op de nochtans glasheldere Belgische aanvalsmethode. Zo werden de Magyaren in die tweede helft door een geestdriftig en strategisch bijna feilloos Belgisch elftal zodanig van de wijs gebracht, dat de wedstrijd volledig kantelde en België alsnog met 5-4 won.
Zo kon men vaststellen dat de tijd van het Golden Team inderdaad tot het verleden behoorde. De meeste vedetten, zoals Kocsis, Budai, Buzánsky, Lantos en vooral Bozsik, waren niet meer de opperheersers van de Wereldbeker 1954. Nooit voordien had men een elftal zo'n gaaf geheel zien vormen, nooit voordien een perfecter interpretatie zien geven van modern voetbal, zo verscheiden in structuur. Men stond gewoon verbaasd bij de eenvoud in de beheerste complexiteit. Maar nu moest gans voetballend Hongarije het voor zichzelf uitmaken dat een tijdperk diende afgesloten te worden, dat van voren af aan moest herbegonnen worden om het vroegere niveau weer te bereiken. De opstand in november van datzelfde jaar zou meteen een einde maken aan het Golden Team. Het elftal viel uiteen, sommigen weken uit naar het buitenland en de nieuwe jonge spelers haalden niet het niveau van hun voorgangers.

Doordat ikzelf persoonlijk de match bijwoonde, ik was toen 17, was ik er getuige van hoe vergankelijk roem eigenlijk is, en dat de prachtige ploeg van uitstekende voetbalspelers, uiteindelijk ook maar was samengesteld uit mensen.
Toch zullen die beruchte Magyaren voor altijd mijn bewondering wegdragen…

Wedstrijdverslag

Bob Van Kerkhoven zet de penalty om: 1-0.
Bob Van Kerkhoven zet de penalty om: 1-0.
Ilku István
Ilku István,
de Hongaarse doelverdediger.

Onmiddellijk bij de aftrap reeds bleek dat de Belgen geenszins aan een inferioriteitscomplex leden. Vandeweyer, die handig profiteerde van een slechte anticipatie van Boszik, kwam slechts een tikje te laat om de goed gevolgde Jurion te bedienen. Even later centerde Remi, aanvankelijk vernuftig in het aangeven en later zeer bedrijvig, naar Mermans wiens schuine kogel door de uitstekende Ilku geplukt werd. De reactie van de Hongaren liet niet op zich wachten, met fijn beredeneerde passes en gevarieerde switchmanoeuvres van het middentrio, met als animators Kocsis en de onvergelijkbare Puskás. De snijdende Fenyvesi schilderde in de 10de minuut het leder op Tichy's hoofd, maar de bal viel achter de netten.
Amper 1 minuut later werd Jurion foutief aangevallen door Lantos. Huysmans nam een pracht van een vrijschop, die bij de vrije Houf belandde. Denis rende door, maar werd langs achter aangevallen door de van links aanstormende Bozsik. Deze haakte Houf op het ogenblik dat van diens voet een schot ging vertrekken, waartegen de debuterende Ilku zeker niets had kunnen inbrengen. Houf vloog tegen de grond en scheidsrechter Horn wees terstond naar het strafschoppunt. Bob Van Kerkhoven plaatste met een stoïcijnse kalmte het leder in de rechterbovenhoek. België leidde met 1-0.

Het antwoord kwam nauwelijks één minuut later, toen uit een aanval langs de rechterwing Budai het leder gemeten doorspeelde aan Tichy, die Puskás bediende, waarop deze met een verre schuiver Gernaey zonder verhaal liet (1-1 ).

Toen Mermans en Houf een beetje later begonnen te hinken (Jef had een stamp op de heup gekregen en Denis had zich bezeerd bij een botsing met Ilku), scheen onze aanval enigszins uit zijn lood geslagen.
België vreesde dan ook het ergste, toen Tichy tweemaal gevaarlijk op doel schoot en Kocsis vervolgens scoorde. Uit een ontsnapping had Budai de schitterende Kocsis bediend en toen diens verre harde schot vertrok, stond Gernaey te ver voor zijn doellijn. Hij raakte de hoge bal nog met de toppen van zijn vingers, scheen hem over de lat te kunnen verwerken, maar het leder viel onbegrijpelijk achter hem in het doel (1-2 ).

Het derde Hongaarse doelpunt was wel het mooiste. Puskás, naar links uitgeweken, centerde het leder, voor de neus van de niet tijdig teruggelopen Dirickx, op manshoogte voor de doelmond, waarop Kocsis, handig gevolgd, met een kopstoot de hulpeloze Gernaey voor de derde maal het nakijken gaf. Na het halfuur prijkten de Magyaren dus rustig aan de leiding met 1-3.

Maar het dient gezegd dat de Belgen inzake spel toch niet onder lagen. Ze bouwden evenveel aanvallen op en was de afwerking misschien niet steeds zo verzorgd, er ging toch veel gevaar van die aanvallen uit. Mermans was echter niet gelukkig bij het naar doel schieten. Enige van zijn kanjers en stevige kopballen vlogen rakelings over of werden door de doelman gehouden. Ook onze andere aanvallers waagden hun kans op doel. Vandeweyer zou zelfs eens alleen doorbreken, maar Ilku onderschepte het leder.

Remi Vandeweyer's kopbal was ongrijpbaar
Remi Vandeweyer's kopbal was ongrijpbaar
voor Gellér Sándor : 2-3.

Wat later herhaalde zich bijna hetzelfde toneeltje. Remi wou de bal meetippen, doch raakte de doelman, die gekwetst het veld diende te verlaten en vervangen werd door Sándor Gellér.
De laatste minuten van de eerste helft vielen de Hongaren nog dreigend aan. Maar Gernaey redde schitterend voor Tichy en verwerkte daarna een verraderlijke kopbal van dezelfde speler.

Stand aan de rust : 3-1.

De tweede helft zou dan een glansrijke en verbazend knap spelende Belgische ploeg op de voorgrond brengen. De Rode Duivels liepen snel en krachtig van stapel en reeds de eerste minuut kreeg Mermans een doelkans aan de voet, toen Vandeweyer hem het leder toespeelde uit een combinatie met Jurion. Twee minuten later ontsnapte Vandeweyer en miste een open doelkans toen hij van dichtbij op Gellér schoot. Daarop kogelde Mermans van op enkele meters hoog over doel. De Belgische druk bleef aanhouden. Jurion geraakte alleen door, maar Gellér slaagde er in nog in hoekschop te verwerken. Vandeweyer kreeg een nieuwe kans, doch bleek iets te traag om er gebruik te kunnen van maken.
De spanning nam toe. Niemand geloofde nog aan een wonder. Maar dat was wel bezig met zich te voltrekken. Op de 13de minuut schopte Gernaey de bal uit. Deze kwam bij Houf, die doorschoof naar Orlans. Richard, die in de tweede helft bijzonder knap acteerde, snelde in razende vaart zijn lijn af en zond van dichtbij scherp voor doel, waar een kopbal van de toesnellende Vandeweyer Gellér geen schijn van kans liet ( 2-3 ).

Richard Orlans laat Gellér kansloos
Richard Orlans laat Gellér kansloos met een hard schot: 3-3.

Zes minuten later kreeg Orlans de bal uit een gemeenschappelijk aanvalsmanoeuvre langs Jurion, Vandeweyer en Mermans. Waar één van de grensrechters eerst voor buitenspel had gezwaaid, liet scheidsrechter Horn doorspelen. Mermans gaf dus de bal door aan Orlans, die het leder eens liet botsen en toen uit alle kracht naar de hoek trok en Gellér kansloos liet. Heel het stadion wipte overeind: en de stand luidde 3-3 .

Op de 23ste minuut zou Mermans de kans van zijn leven verkijken, toen hij Szojka dribbelde en heel snel alleen voor Gellér opdaagde. Jef wou echter te scherp naar de hoek schieten en de bal ging op het nippertje naast de paal. Even later kende hij opnieuw tegenslag toen hij een voorzet van Orlans op de staak zond. En toch hing nog een doelpunt in de lucht. Na een halfuur, en na samenspel met Jurion, bediende Orlans met een retropass Houf, die met zijn ver schot Gellér verraste: 4-3 .


Het vijfde doelpunt van de Belgen
Het vijfde doelpunt van de Belgen via opnieuw Richard Orlans: 5-3.

De Belgen waren nu niet meer te houden. Heel de ploeg speelde de match van haar leven, nu zij de zege in het bereik voelde. Een trekschot van Kocsis en een schuiver van Puskás deden de duizenden opgetogen toeschouwers nog even huiveren. Maar dan kreeg Orlans de bal toegeworpen van Gernaey en in een onvergetelijke rush van uit het middenveld, nam hij drie Hongaren in zuivere snelheid en joeg het leder met kracht tegen de touwen, terwijl heel het stadion recht wipte van geestdrift. De Hongaren stonden te kijken of ze het in Boedapest hoorden donderen ( 5-3 ) .

Adembenemend verliepen de laatste minuten van deze onvergetelijke wedstrijd. Gernaey zou nog redden op een gevaarlijke doorbraak van Tichy. Maar vier minuten voor het einde diende hij zich, bij een geharrewar, toch gewonnen te geven. Kocsis bedeelde Budai, Van Kerkhoven en Dries hinderden elkaar, en de Hongaarse rechtsbuiten kon met het leder tegen de netten lopen ( 5-4 ).

De verdiende overwinning kon de Rode Duivels evenwel niet meer ontsnappen en te midden van een onbeschrijflijke geestdrift kwam het einde van een boeiende en prachtige wedstrijd, die onze landgenoten een onverhoopte, maar heel glansrijke overwinning had gebracht op de Hongaren, die de Britten eens beschreven hadden als wezens van een andere planeet…


Charles Baete schreef in zijn beoordeling over de Hongaarse spelers in 'Het Laatste Nieuws' van maandag 4 juni 1956:
"Iedereen is het er nu over eens dat nooit een nationale elf de Europese voetbalsport, en zelfs deze van gans de hele wereld, gedomineerd heeft als de Hongaren van 1950 tot 1955.
Maar dat elftal, dat in november 1953 te Wembley de zuiverste, de meest afgewerkte en meest realistische stijl demonstreerde, dat er een onmogelijk geachte overeenkomst bereikte tussen techniek en snelheid, tussen spektakel en doeltreffendheid, is thans volkomen in de legende getreden.
Wij waren er vrijdag bij toen zij uit het vliegtuig stapten en hun intrek namen in een Brussels hotel. En in deze 48 uren hebben we het tientallen keren gehad over hun lichamelijke en nerveuze vermoeidheid, over de oneindige gelatenheid die uit hun houding en bewegingen bleek.
De tijd van de Hongaren is definitief voorbij. En de 70.000 kaartbezitters (officieel 59.299) hebben één van de meest acute fazen uit hun godendeemstering meegemaakt…"

Jan Pulinx gaf in zijn artikel in die zelfde krant ' Met de kunde… en met de stem…' volgende stukjes ten beste:
" Dat kunnen wij ook…
Het ging er aan toe alsof de Hongaren een voetbalvoordracht gaven:
- Kijk eens aan, zo stoppen wij een bal en zo geven wij hem door. En het leder rolde inderdaad van de ene rode trui naar de andere, achterna gehold door een tiental Belgische spelers, die vandaag maar uit hun ademvoorraad bleven putten zonder even te moeten blazen. Maar al zat de professor nog zo hoog neer te kijken op de leerling, toch vlotte er iets niet in zijn uiteenzetting. En het gebeurde wel af en toe, dat degene die zogezegd les moest krijgen, zijn vinger opstak om een aanmerking te maken, die hij wel eens met een krachtige daad de nodige kracht bijzette.
Zo diende Bob Van Kerkhoven geen wenk te krijgen om een strafschop te nemen. Het was alsof zijn schot de netten de lucht inblies, zo hoog rekte de bal ze en toen het leder rusten ging op het kleine grasperkje, dat midden in de omheining van het doel schittert als een schrijn, waarop men juweeltjes deponeert, schenen de Hongaren inderdaad te beamen dat de Belgen voetballen kunnen…
Geen hoop meer.
...Toen Puskás, schuins en op wel veertig meter van het doel opgesteld, met een kanjer van de zuiverste traptechniek, de gelijkmaker langsheen de zijpaal liet scheren, dacht men evenwel niet meer aan de treffer van Bob. De bal tekende toch zoveel kapriolen voor onze ogen en draaide onze Rode Duivels werkelijk in een kolk! Het ging recht en zó vlijmscherp naar het doel, dat Dirickx nog van uit alle standen, achterwaarts, bezijden of voorwaarts, ontzetten mocht, telkens kwam de aanvalsgolfweer aangespoeld…
…Wij glijden thans zo vluchtig mogelijk over het opvallend meesterschap van de Magyaren, omdat wij er ons voor hoeden de vreugderoes, die vandaag in onze Belgische voetbalrangen heerst, enigszins te temperen. Maar hoe uitdagend scheen dat meesterschap ons niet toe bij het bereiken van de rust, toen Puskás zijn gelederen terug naar de kleedkamer leidde en door zijn bijna trotse kalmte een uitdaging zond aan al degenen, die hem bewonderend aankeken.
De tenor van het wereldvoetbal moest het ons niet duidelijk maken: er zouden er nog komen… en veel…
Puskás FerencPuskás was Puskás niet meer.
Ja, er kwamen er zelfs zoveel, dat Ferenc - hij late ons toe hem gemoedelijker aan te spreken nu hij samen met zijn nochtans prachtige samenstelling zo laag tuimelde - bij gebrek aan groot voetbal, zijn zenuwachtigheid gewoon uitstalde. De handen in de heupen overschouwde hij soms van uit zijn uitkijkpost in het middenveld het getreuzel van zijn verdedigers. In het begin bedwong hij zich nog ietwat, toen hij als bij wonder de bal toegespeeld kreeg, die enkele seconden voordien aan de voet van de opvallende goede Mermans hotste, in wat men toen dacht te mogen betitelen als het laatste huppeldansje naar een verlaten kooi. Helaas voor ons, Jef, overhaastig gestemd door de kans die hij zelf schiep, knalde ver over. Men vreesde toen voor de ontmoediging. Zij kwam er echter niet…
...Puskás schudde het hoofd, toen hij lijdzaam aanzag hoe Remy Vandeweyer meedogenloos binnenkopte. Hij stampte wild en woedend in de grond, nadat Orlans hem dat had nagedaan in zijn manier van krachtig hernemen. Van dan af keken wij niet meer naar de Hongaarse aanvoerder. Hij verdween zoals de anderen in het aanhoudend offensief van een ontzettend snel spelende Belgische ploeg, want al poogde hij nog ietwat orde te scheppen, er kwam voor hem geen einde aan de ontreddering.
...Het doet toch zo verheugend aan meesters, ook al zijn zij vervallen, te overwinnen. Niets overtreft dat gevoel van het overwicht, dat de kleine op de grote neemt. De fiere supporter denkt misschien wel aan zijn angst van vóór de wedstrijd terug, maar hij lacht er eerder om dan er om te beven, nu hij oprecht de borst uitsteken mag zoals de spelers, die hij zo luidkeels aanmoedigde. Want zondag hebben niet alleen zij (wij bedoelen de spelers), maar WIJ allen Hongarije overwonnen. Met de voetbalkunde… en de kracht van de stem..."

In het Hongaarse sportblad 'Nep Sport' kon men lezen dat het technisch overwicht van de Magyaren in de tweede speelhelft werd overspoeld door het krachtige, ademrijke en rechtstreekse spel van de Belgen, die in alle lijnen gingen domineren. Het Hongaarse elftal daarentegen was nog slechts de schaduw van de reuzeploeg die zoveel triomfen gevierd had.
Maar nogmaals, de nederlaag op de Heizel had het duidelijk bewezen: de aftakeling was begonnen. Enkele maanden later zou, onder druk van politieke omstandigheden, de totale ontbinding volgen.
Een tijdperk was ten einde! Een legende was geboren!