BÁRÁNY Róbert Biografie: Na het beëindigen van zijn studies op de Weense Universiteit in 1900, woonde Bárány de lezingen van Professor C. von Noorden in Frankfurt am Main bij gedurende één jaar en studeerde nadien in de psychiatrisch-neurologische kliniek van Professor Kracpelin in Freiburg. Daar ontwaakte ook zijn interesse in neurologische problemen. Bij zijn terugkeer in Wenen werd hij de leerling van Professor Gussenbauer, de chirurg, en aanvaardde in 1903 tenslotte een plaats als assistent op de Otological Clinic onder Professor Adam Politzer. Hij volgde de theorieën op van Flourens, Purkinje, Mach, Breuer en anderen, en verduidelijkte de fysiologie en pathologie van menselijke vestibulaire organen. In 1906 werkte hij een proef uit voor het testen van de evenwichtszin (Bárány-proef) en een test voor het opsporen van bepaalde beschadigingen in de kleine hersenen. In 1911 beschreef hij het naar hem genoemde syndroom van Bárány (hermicrania cerebellaris), dat gekenmerkt wordt door eenzijdige doofheid, duizeligheid en eenzijdige pijn in het achterhoofd.
Voor zijn werk op het gebied van het evenwichtsorgaan zou de oorarts in 1914 de Nobelprijs Geneeskunde krijgen. Het nieuws van deze onderscheiding bereikte Bárány in een Russisch oorlogskrijgsgevangenkamp; hij was opgeroepen geweest voor het Oostenrijks leger als burgerlijk chirurg om gekwetste soldaten te verzorgen, waardoor hij tevens niet verder kon gaan met zijn neurologische studies over de correlatie van de vestibulaire organen, de kleine hersenen en het spierstelsel. Tengevolge van de persoonlijke tussenkomst van Prins Carl van Zweden, in naam van het Rode Kruis, werd hij uit het krijgsgevangenkamp vrijgelaten in 1916 en kon aldus zijn Nobelprijs in Stockholm afhalen bij de Koning van Zweden. Bárány keerde nog datzelfde jaar terug naar Wenen, maar was bitter teleurgesteld door de houding van zijn Oostenrijkse collega's, die hem verweten slechts onvolledige referenties gemaakt te hebben naar de ontdekkingen van andere wetenschappers, op wiens theorieën hij verklaard had zich gebaseerd te hebben. Deze aanvallen hadden tot resultaat dat Bárány Wenen verliet, om de plaats van Directeur en Professor aan het Otological Institute in Uppsala te aanvaarden, waar hij de rest van zijn leven zou verblijven. Holmgren en een aantal beroemde Zweedse otologen publiceerden een verhandeling ter verdediging van Bárány.
|