CUKOR  Dewey George

George Cukor OscarBiografie:

Geboren
: 7 juli1 899 (New York - USA)
Als: Cukor György
Overleden: 23 januari 1983 (Los Angeles - USA)

Oscarwinnend Regisseur

George Cukor werd geboren als Cukor György, in de Lower East Side van New York City, als enige zoon van Hongaars Joodse immigranten Victor en Helen Ilona (geboren Gross) Cukor. Zijn vader werkte op een advocatenkantoor. Zijn ouders gaven hem zijn middennaam ter ere van een Spaans-Amerikaanse oorlogsheld, George Dewey, en György werd George.
Als kind speelde Cukor in verschillende amateurtoneelstukken en nam ook danslessen. Op 7-jarige leeftijd ontmoette hij David O. Selznick, die later een mentor en vriend werd. Als teenager werd hij meermaals door zijn oom meegenomen naar de New York Hippodrome. Bezeten door het toneel spijbelde hij dikwijls op de DeWitt Clinton High School om toneelvoorstellingen in de namiddag te kunnen bijwonen.
Nadat hij zijn diploma kreeg aan de De Witt Clinton High School in 1917, spendeerde hij een jaar aan het Students Army Training Corps, ook al werd toen verondersteld dat hij in zijn vader's voetsporen zou treden en een carrière in de rechten zou beginnen. Zijn militaire loopbaan was echter zeer beperkt van duur; Duitsland had gecapituleerd in november 1918 en Cukor's legerdienst liep zo dus al af na twee maanden.
Hierna kreeg hij een baan als assisstent theaterregisseur bij een theater in Chicago. Na drie jaar ervaring richtte hij in 1920 zijn eigen theater op in New York City. Hier werkte hij zeven jaar lang, tot hij de mogelijkheid kreeg op Broadway te werken. Hier werkte hij samen met respectabele actrices, waaronder Ethel Barrymore, Dorothy Gish, Estelle Winwood en Jeanne Eagles.


Cukor George, van jong naar... Cukor George, van jong naar... ... 1973
Cukor George, van jong naar...
... 1973

Voor hij in de filmbusiness ging met 'Grumpy' (1930, als co-regisseur met Cyril Gardner), werkte hij dus als toneelregisseur en -directeur op Broadway. Zijn solodebuut als regisseur vond plaats in 1931 met 'Tarnished Lady'. De volgende vijftig jaar toonde hij een flair om het beste in zijn acteurs naar boven te brengen, vooral bij vrouwen, wat soms tegen hem gebruikt werd, zoals bij de productie van 'Gone with the Wind' in 1939. Hij werd toen als regisseur vervangen werd door Victor Fleming en Sam Wood, omwille van zijn onenigheden met David O. Selznick over het scenario en de regie (en na klachten van Clark Gable omdat zijn rol verzwakt werd door de zogenaamde vrouwenregisseur en zich tevens onbehaaglijk voelde wegens Cukors homoseksualiteit en toch nog teveel aandacht besteedde aan Vivien Leigh). Maar het definieerde zijn beste werk, te beginnen in 1932 met Katharine Hepburn's eerste film 'A Bill of Divorcement'.
Cukor zou met haar 10 films draaien en regisseerde haar ook in de jaren '30, in 'Little Women'(1933), 'Sylvia Scarlett' (1935) en 'Holiday' (1938). In dezelfde decade maakte hij ook de uit sterren bestaande komedies 'Dinner at Eight' (1933) en 'The Women' (1939), de prestigieuze adaptaties 'David Copperfield' (1935) en 'Romeo and Juliet' (1936), en Greta Garbo's iconische 'Camille' (1936). Hij maakte zowel award-winnende drama's 'Gaslight' (1944) en 'A Double Life' (1947) in de jaren '40, als klassieke komedies 'The Philadelphia Story' (1940) en 'Adam's Rib' (1949). Komedie bleef zijn sterk punt in de jaren '50 met 'Born Yesterday" (1950), 'Pat and Mike" (1952) en 'It Should Happen to You' (1954). Eén van Cukors beste films was de musical 'A Star is Born' (1954), met Judy Garland en James Mason en zou zes Oscarnominaties krijgen (niettegenstaande de film eerst door de studio in snippers werd gesneden). Een andere musical was tevens zijn grootste succes van de jaren '60 'My Fair Lady' (1964), met Audrey Hepburn en Rex Harrison. In de jaren '70 filmde hij opnieuw met Katharine Hepburn in televisiefilms 'Love Among the Ruins' (1974) en 'The Corn is Green' (1979).

Katharine Hepburn en George Cukor Jack L. Warner, Audrey Hepburn, Rex Harrison en George Cukor
Katharine Hepburn en George Cukor tijdens de opnames van 'The Philadelphia Story' (1940)
Jack L. Warner, Audrey Hepburn, Rex Harrison en George Cukor met de Oscar voor 'My Fair Lady' (1965)
Cukor samen met Paulette Goddard en MGM boss Louis B. Mayer Een ernstig kijkende George Cukor.
Cukor samen met Paulette Goddard en MGM boss Louis B. Mayer, bij de première van de film 'The Women' (1939)
Een ernstig kijkende George Cukor.

George Cukor was best gekend als de man die in zijn vroegere jaren talrijke klassieke kostuumromans naar het witte scherm bracht. Maar in zijn meer dan 50 jaar durende loopbaan als regisseur breidde hij zijn terrein uit naar thrillers, romantische komedies en zelfs musicals. Cukor leidde acht van zijn hoofdrolspeelsters (waaronder o.a. Katharine Hepburn, Greta Garbo en Marilyn Monroe) naar 'Oscarnominaties als beste actrice' en hijzelf kreeg gedurende zijn carrière vijf nominaties als beste regisseur. Naast een 'Golden Globe Award' en een 'BAFTA Award', ontving hij in 1965 uiteindelijk de begeerde 'Oscar' voor  'My Fair Lady' (1964). Die film zou twaalf nominaties krijgen, waarvan acht Oscarswinnaars. De overige vier nominaties van Cukor als regisseur waren voor: 'Little Women' (1933) in 1934, 'The Philadelphia Story' (1940) in 1941, 'Double Life' (1947) in 1948 en 'Born Yesterday' (1950) in 1951. Voor 'My Fair Lady' won hij ook nog een Award van de 'Directors Guild of America'.
Kreeg verder nog ere-doctoraten van de University of Southern California (1968) en de Loyola University, Chicago (1976). Kreeg nog een
D.W. Griffith Award, nog een Directors Guild of America Award (1981) en de Gouden Leeuw op het Festival van Venetië in 1982.

George Cukor met Katharine Hepburn Cukor kon ook streng en snedig uit de hoek komen.
George Cukor, hier met Katharine Hepburn,
kon aangenaam gezelschap zijn...
...maar kon ook streng en snedig uit de hoek komen.
George Cukor feestend met toneel- en filmactrice Rosamond Pinchot. grapjes makend met Judy Garland
George Cukor feestend met toneel- en filmactrice Rosamond Pinchot...
...en grapjes makend met Judy Garland (1966)

Hij was gekend als een gesofisticeerd, snedige persoonlijkheid, maar had tevens de gewoonte (voornamelijk om stout over te komen) er onverwachte vloeken uit te flappen. Door 'Entertainment Weekly' werd hij bij een stemming tot 18de beste regisseur ooit geklasseerd.
Cukor merkte eens op dat “Anyone who looked at something special, in a very original way, makes you see it that way forever.”
Frances Goldwyn, de echtgenote van filmbons Samuel Goldwyn, werd naast hem begraven, op haar verzoek omwille van haar lange, maar onbeantwoorde liefde voor hem. Cukor was peter van Mia Farrow, dochter van Maureen O'Sullivan (Jane uit de Weismuller Tarzanfilms).
Het was een open geheim dat Cukor homoseksueel was. Hij was daarnaast ook de bron van vele Hollywood feesten, aangezien deze vooral in zijn resident werden gehouden.
George Cukor stierf in 1983 ten gevolge van een hartaanval en werd begraven in het 'Forest Lawn Memorial Park Cemetery' in Glendale, Los Angeles County, Californië.

George Cukor
Het graf van George Cukor op het 'Forest Lawn Memorial Park Cemetery' in Glendale, Los Angeles County, Californië.
Het graf van George Cukor op het 'Forest Lawn Memorial Park Cemetery' in Glendale, Los Angeles County, Californië.


Nog andere bekende films:
'One Hour with You' (1932, met Maurice Chevalier), 'What price Hollywood?' (1932), 'Keeper of the Flame' (1943, met Spencer Tracy en Katharine Hepburn), 'The Marrying Kind' (1952), 'Lust for Life' (1956, als co-regisseur met Vincente Minnelli, met o.a. Kirk Douglas), 'Bhowani Junction' (1956, met Ava Gardner en Stewart Granger), 'Les Girls' (1957, met Gene Kelly), 'Let's make Love' (1961, met Marilyn Monroe en Yves Montand), 'Justine' (1969, met Anouk Aimée en Dirk Bogarde), 'Travels with my Aunt' (1972, met Maggie Smith), 'Rich and Famous' (1981, met Jacqueline Bisset en Candice Bergen), wat tevens zijn laatste film was.