CURTIZ  Michael

Michael Curtiz, filmregisseur.OscarBiografie:

Geboren: 24 december 1886 (Budapest, Hongarije)
Als: Kertész Kaminer Manó
Overleden: 10 april 1962 (Hollywood, Los Angeles, California - USA)

Oscarwinnend regisseur met "Casablanca".

Onstuimig, tiranniek en buitengewoon getalenteerd, was Michael Curtiz één van Hollywood's meest vruchtbare en kleurvolle regisseurs.
Hij werd op een Kerstmisavond geboren als Kertész Kaminer Manó, in een welgestelde Joodse familie in Budapest. Zijn vader was architect en zijn moeder een operazangeres.
Curtis was er later gek op verhalen te vertellen over zijn vroegere jaren, met inbegrip van het feit dat hij van thuis zou weggelopen zijn om op 17-jarige leeftijd bij een circus te gaan werken en dat hij als lid van de Hongaarse Olympische schermploeg deelgenomen zou hebben aan de Olympische Spelen van Stockholm in 1912 (?). Hier is niet onmiddellijk een spoor van terug te vinden en het lijkt er toch wel op dat hij een conventionele middenklasse-opvoeding gekregen heeft.
Hij ging wel een opleiding voor acteur volgen aan de Koninklijke Academie voor Toneel en Kunsten.
Na het behalen van zijn diploma in 1906, had hij een leidende functie bij het Hongaarse Theater, voor hij in 1912 in Hongarije begon te acteren en films te regisseren, onder de naam Kertész Mihály. Zijn eerste filmprestatie was 'Az utolso bohem' (1912), die tevens de eerste langspeelfilm was ooit gemaakt in Hongarije.
Het jaar daarop ging hij naar Denemarken om de nieuwste technieken over deze nieuwe kunst in de studio's van de toen bloeiende Nordisk Company. Hier werkte hij als assistent en regisseur, en ook acterend als het hoofdpersonage in 'Atlantis' (1913).

Teruggekeerd naar Hongarije in 1914, diende hij eerst een jaar bij de Oostenrijks-Hongaarse infanterie, om vervolgens zijn filmcarrière te hernemen in de Janovics Jenõ filmstudio in Kolozsvár (Cluj). In 1915 verhuisde hij terug naar de hoofdstad Budapest. In 1916 werkte hij voor Kinoriport, waarna hij regisseur werd voor Phönix tot eind 1918. Alles bij elkaar draaide hij als acteur én als regisseur 43 producties in Hongarije. Hij was een van de meest productieve en best opgeleide artiesten in Hongarije in het begin van het tijdperk van de stomme film. In 1919 verfilmde hij de populaire dichter Farkas Antal met als titel 'Jön az öcsém' (1919). Wanneer de Hongaarse filmindustrie in 1919 werd genationaliseerd door de nieuwe Communistische regering van Kun Béla, wendde hij de steven naar Zweden, Frankrijk, Duitsland en Oostenrijk, waar hij zijn carrière als filmmaker voortzette (met ondermeer de monumentale stomme film uit 1922 'Sodom und Gomorrha'). Begin jaren '20 regisseerde hij ook films in andere Europese landen (alles samen goed voor 21 films). Zijn echtgenote Lucy Doraine speelde toen in veel van zijn Europese films.

Kertész Mihály in de Hongaarse film 'Marion Vétke' Michael Curtiz als zijn vroegere alter ego, Kertész Mihály Janovics Jenõ, Kertész Mihály en Virágh Árpád .
Kertész Mihály (rechts) in de Hongaarse film 'Marion Vétke' met actrices Aczél Ilona en Nagy Terus (1913).
Michael Curtiz als zijn vroegere alter ego, Kertész Mihály
Kolozsvár (Transsylvanië, Hongarije) in 1914,
met v.l.n.r. Janovics Jenõ, Kertész Mihály en Virágh Árpád .

Curtiz' film 'Moon of Israel' (1924) trok de aandacht van Jack Warner en in 1926 verhuisde hij naar de V.S. waar hij, door toedoen van Harry Warner, in Hollywood films maakte voor Warner Bros., waar hij zich stevig ingroef in het studiosysteem. Hij zou echter wel gans zijn leven met de Engelse taal blijven worstelen.

Een paar persoonlijke quotes steunend op het feit dat hij moeilijkheden had met de Engelse taal:

* Tijdens het draaien van 'The Charge of the Light Brigade' (1936), wou hij talrijke onbereden paarden op de achtergrond tijdens de finale charge. Zijn instructies luidden "Bring on the empty horses", wat later ook de titel zou worden van de biografie van David Niven, een van de sterren van de film in kwestie.

* Op een ander ogenblik kafferde hij een assistant uit omdat hij zijn job slecht uitvoerde en schreeuwde hem toe "The next time I want an idiot to do this, I'll do it myself!" (Deze quote wordt dikwijls ten onrechte toegewezen aan Samuel Goldwyn.)

* Zijn gesukkel met de Engelse taal werd het voorwerp van heel wat lang meegaande anecdotes in Hollywood. Zo heeft hij eens David Niven op de set uitgescholden met: "You think you know f*ck everything and I know f*ck nothing. Well let me tell you, I know f*ck all!!"

* Toen hij zijn ongenoegen liet blijken tegenover een kindacteur zei hij kleinerend: "By the time I was your age, I was fifteen."

* Nog zo'n uitlating: "Don't talk to me when I'm interrupting."

De ster van Michael Curtiz op de Walk of Fame op 6640 Hollywood Blvd.Gedurende de jaren '30 en '40 omvatten zijn films ongeveer elk denkbaar genre en sommige, met inbegrip van 'Casablanca' (1942), waar hij een Oscar voor de regie mee won, en 'Mildred Pierce" (1945), worden beschouwd als echte filmklassiekers.
Hij regisseerde 10 verschillende acteurs in Oscar-genomineerde rollen: Paul Muni, John Garfield, James Cagney, Walter Huston, Humphrey Bogart, Claude Rains, Joan Crawford, Ann Blyth, Eve Arden en William Powell. Cagney en Crawford wonnen Oscars voor hun rol in een van Curtiz' films.
Ephraim Katz schreef volgende commentaar over hem in 'The Film Encyclopedia': "Zijn krachtige persoonlijkheid doorbrak doorgaans het meest routineuze materiaal en het was dikwijls heel moeilijk te zeggen wie ondergeschikt was aan wie, Curtiz aan het studiosysteem of het studiosysteem aan Curtiz. Meer wel dan niet, leken zij één en dezelfde te zijn". En wat zijn reputatie als regisseur op de set betrof, werd er gezegd dat hij gehaat werd door acteurs en technici.

Andere successen waren: '20.000 Years in Sing Sing' (1933), 'Captain Blood' (1935), 'The Charge of the Light Brigade' (1936), 'Kid Galahad' (1937), 'Angels with Dirty Faces' (1938, Oscarnominatie), 'The Adventures of Robin Hood' (1938), 'Four Daughters' (1938, Oscarnominatie), 'Dodge City' (1939), 'The Sea Hawk' (1940), 'Yankee Doodle Dandy' (1942, Oscarnominatie), 'This is the Army' (1943), 'Passage to Marseille' (1944), 'Night and Day' (1946), 'The Egyptian' (1954), 'White Christmas' (1954) en ' Comancheros' (1961, met John Wayne en tevens zijn laatste film). Hij regisseerde zelfs één van Elvis Presley's betere films, 'King Creole' in 1958.

Tussen 1912 en 1961 maakte Curtiz zo'n 172 films. Van een vruchtbare carrière gesproken;

Michael Curtiz (als Kertész Mihály) tijdens de opnames van de Duits/Oostenrijkse film 'Sodom und Gomorrha' (1922). Michael Curtiz (rechts) samen met Hal Mohr en Erroll Flynn bij het draaien van 'Captain Blood' (1935).
Michael Curtiz (als Kertész Mihály) tijdens de opnames van de Duits/Oostenrijkse film 'Sodom und Gomorrha' (1922).
Michael Curtiz (rechts) samen met Hal Mohr en Erroll Flynn bij het draaien van 'Captain Blood' (1935).
Michael Curtiz tijdens het regisseren Curtiz bij een repetitie met de 'Casablanca' hoofdrolspelers, Humphrey Bogart en Ingrid Bergman. Curtiz met zijn Oscar voor 'Casablanca'.
Michael Curtiz tijdens het regisseren
van 'Casablanca' (1942).
Curtiz bij een repetitie met de 'Casablanca' hoofdrolspelers, Humphrey Bogart en Ingrid Bergman.
Curtiz met zijn Oscar voor 'Casablanca'.
Michael Curtiz samen met Anitra Stevens (Nefertiti) en Michael Wilding (Akhnaton) 'The Egyptian' (1954). n bespreking met Elvis Presley bij het draaien van de film 'King Creole' (1958). Michael Curtiz samen met Carolyn Jones en Alan Ladd
Michael Curtiz samen met Anitra Stevens (Nefertiti) en Michael Wilding (Akhnaton)
in 'The Egyptian' (1954), waarin verder ook nog Edmund Purdom (Szinuhe), Jean Simmons (Merit) en Victor Mature (Horemheb) de hoofdrollen vertolkten
.
In bespreking met Elvis Presley bij het draaien van de film 'King Creole' (1958).
Michael Curtiz samen met Carolyn Jones en Alan Ladd, bij het vieren van Alan's 50ste film 'The Man in the Net' (1959).


Michael Curtiz (Kertész Kaminer Manó of Kertész Mihály) was driemaal getrouwd:
* van 1915 tot 1923 met Lucy Doraine (geboren als Kovács Ilona in Budapest op 22 mei 1898, een actrice),
* van 1925 tot 1926 met Lili Damita (geboren als Liliane Marie-Madeleine Carré in Blaye, Frankrijk, op 10 juli 1904, eveneens een actrice die hem reeds na één jaar verliet voor de charmes van Errol Flynn, met wie ze een zoon had, Sean Flynn. Curtiz zou niettegenstaande dat alles met Erroll 12 films opnemen).
* van 1929 tot 1961 met Bess Meredyth (geboren als Helen Elizabeth MacGlashen in Buffalo, New York, USA, op 12 februari 1890, een actrice/scenarioschrijfster), met tussenin wel een periode waarin zij hem verlaten had wegens herhaaldelijke ontrouw.

Michael Curtiz stierf aan kanker op 10 april 1962 en werd begraven op het Forest Lawn Memorial Park Cemetery in Glendale, Los Angeles County, California, USA.

De drie echtgenotes van Michael Curtiz
Lucy Doraine, de eerste echtgenote van Curtiz. Lili Damita, zijn tweede vrouw... ... en Bess Meredyth, zijn derde vrouw.
Lucy Doraine, de eerste echtgenote van Curtiz.
Lili Damita, zijn tweede vrouw...
... en Bess Meredyth, zijn derde vrouw.

Het graf met de grafsteen van Michael Curtiz, op het Forest Lawn Memorial Park Cemetery (Glendale), Los Angeles.
Het graf met de grafsteen van Michael Curtiz, op het Forest Lawn Memorial Park Cemetery (Glendale), Los Angeles.
Het graf met de grafsteen van Michael Curtiz, op het Forest Lawn Memorial Park Cemetery (Glendale), Los Angeles.
Naast hem ligt zijn jongere broer David begraven.