ERKEL Ferenc
Biografie:
Geboren: 7 november 1810 (Gyula, Békés - Hongarije)
Als: Erkel Ferenc Győrgy Alajos
Overleden: 15 juni 1893 (Budapest)
Operacomponist, pianist, dirigent en stamvader van de Hongaarse nationale muziek!
Erkel Ferenc werd geboren in Zuidelijk Hongarije, dicht bij de huidige Roemeense grens, als zoon van Erkel József Jr. (1787–1855)), ook een musicus, en Ruttkay Klára Terézia. Zijn familie kwam uit Pozsony (tegenwoordig Bratislava) en bestond hoofdzakelijk uit musici en pedagogen. Erkel had acht broers en zussen: Borbála (1809-1812), János Nepomuki (1812-1873), József (1813-1859), Lőrinc Fidéliusz (1815-1871), Antal (1817-1818), Rezső (Rudolf) (1819-1907), Károly (1820-1821), Terézia (1822-1888) en Antal Mátyás (1824-1849). Zijn broer József, bijvoorbeeld, was zanger (tenor) en dirigent.
De belangrijkste muzikale opleiding kreeg Ferenc in Pozsony (1822-1825) en in Klausenburg (tegenwoordig Cluj, 1828-1834). De jonge musicus trok vooral als uitstekend pianist de aandacht van het publiek (zo bracht hij in Hongarije het 'Pianoconcert in e klein' van Chopin in première).
In 1835 ging hij naar het toenmalige Pest wonen (een deelstad van het huidige Budapest). Hij werkte als concertpianist en werd vanaf 1838 dirigent van het orkest van de opera (het eerste National Theater) en bleef in deze functie tot 1874.
Zijn grootste successen als componist vonden plaats rond 1840. Hij componeerde in deze tijd twee opera's: zijn eerste opera componeerde hij in 1840 nl. 'Bathóry Mária' en vervolgens de in Hongarije buitengewoon populair geworden 'Hunyadi László' (1844), het patriottistische koorstuk 'Mahnruf' en de nationale hymne.
In 1844 won Erkel inderdaad de wedstrijd waarin Hongaarse componisten werden uitgedaagd het Hongaars volkslied te componeren. De tekst ervan is ontleend aan een ouder gedicht (1823) van Kölcsey Ferenc, dat voor het eerst in 1828 verscheen onder de titel 'Himnusz'. Het gedicht brengt de roerige geschiedenis van Hongarije, waarbij de Hongaren veel te verduren hebben gehad, in herinnering. Het lied werd in 1844 voor het eerst gezongen in het Nationale Theater in Pest, maar het werd pas in 1903 officieel tot het volkslied van Hongarije uitgeroepen. 'Himnusz' bestaat eigenlijk uit acht coupletten, maar meestal wordt bij officiële gelegenheden alleen het eerste ten gehore gebracht.
|
|
|
Erkel József Jr.,
de vader van Ferenc. |
Erkel Ferenc in 1845. |
De echtgenote van Ferenc, Adler Adél.
|
|
De huwelijksakte van Ferenc en Adél.
|
Een ander groot succes was zijn opera 'Bánk Bán' (1861), gebaseerd op het drama van Joseph Katona en geschreven samen met zijn zonen Gyula (1842-1909) en Sándor (componist en schrijver 1846-1900), die in de Hongaarse muziekgeschiedenis van de late 19de eeuw eveneens een belangrijke rol speelden.
Het Wagneriaans 'Brankovics György' (1868-72) werd beschouwd als het meesterwerk van zijn hele loopbaan.
Erkel heeft in een halve eeuw tijd met zijn werk de grondbeginselen van de Hongaarse opera gelegd. Naast opera's componeerde hij ook nog volkstonelen, baletten en begeleidingsmuziek. In zijn laatste jaren schreef hij vooral koorwerken en werkte als professor voor piano tot 1886.
Hij richtte het Hongaars nationaal filharmonisch orkest op (1853), werd operadirecteur aan het nationale theater (1873) en eerste directeur van de op initiatief van hemzelf en Franz Liszt opgerichte 'Franz Liszt Muziekacademie' in Budapest (1875). Het operagebouw van Budapest werd met zijn muziek geopend (1884) en zijn standbeeld, door Strób Alajos, werd in een portaal geplaatst aan de ingang van de opera (met aan de andere zijde van de ingang het standbeeld van Franz Liszt).
Als mens en als kunstenaar had de bloedige onderdrukking van de vrijheidsstrijd van 1848-1849 hem zwaar getroffen. Na een jarenlange creatieve pauze bereikte hij als componist nooit meer de originaliteit en het elan van zijn vroegere werken.
In 1839 huwde hij met Adler Adél, een getalenteerde pianiste (1820–1899). Zij was de dochter van Adler György, de beheerder van de Matthiaskerk (Mátyás Templon) in Buda. Van 1851 tot 1860 woonden zij in de Úri utcá in Buda, nabij de Burcht van Buda (Budai Várban). Zij kregen 11 kinderen, maar hun huwelijk eindigde met een scheiding na 20 jaar.
Zijn geboortestad Gyula verleende hem in 1888 de titel van ereburger.
Erkel was ook internationaal bekend als schaakspeler. Hij was een gepassioneerd schaker en voorzitter van de schaakclub van Pest.
In 1893 zou hij overlijden in Budapest.
De kinderen van Erkel Ferenc en Adler Adél:
1. Erkel Gyula (Buda, 4 juli 1841 – Újpest, 22 maart 1909) dirigent en componist, academisch muziekdocent
2. Erkel Elek (Buda, 30 oktober 1842 – Budapest, 10 juni 1893) dirigent
3. Erkel László (Buda, 9 april 1844 – Pozsony, 3 december 1896) muziekleraar
4. Erkel Sándor (Buda, 1 juni 1846 – Békéscsaba, 14 oktober 1900) componist en dirigent
5. Erkel Imre Károly (Buda, 16 april 1848, gestorven als zuigeling)
6. Erkel Mária Anna (Buda, 16 april 1848 – Újpest, 12 januari 1919, tweelingzuster van Imre Károly)
7. Erkel Lajos (Gyula, 12 februari 1850 – Budapest, 8 januari 1906)
8. Erkel Ilona Antónia (Pest, 22 mei 1853 – Pest, 15 november 1869)
9. Erkel Oszkár Ferenc (Pest, 9 mei 1855 – Pest, 11 april 1856)
10. Erkel Ferenc Pál (Pest, 16 september 1856 – Gyula, 17 augustus 1863)
11. Erkel István (Pest, 26 oktober 1858 – Újpest, 20 februari 1933)
|
|
|
|
Erkel Gyula. |
Erkel Elek. |
|
Erkel Sándor. |
|
|
|
|
Erkel Mária Anna. |
Erkel Lajos. |
Erkel Ilona. |
Erkel István. |
|
Ter gelegenheid van de 200ste verjaardag van Ferenc Erkel gaf de Nationale Bank van Hongarije een gouden medaille uit in 2010.
De ontwerper was Szlávics László Jr.
|
|
|
|
Het standbeeld van Erkel Ferenc aan de ingang van de Opera van Budapest.
|
Het standbeeld van Erkel Ferenc in Gyula, zijn geboorteplaats.
|
Het standbeeld van Erkel tegen de gevel van het Nationaal Theater van Szeged (Szegedi Nemzeti Színház). |
|
|
Gedenkplaat aan de geboortewoning van
Erkel Ferenc in Gyula. |
Gedenkplaat aan de vroegere woning van
Erkel Ferenc,
in de Úri utcá in Buda.
Deze werd ingewijd op 7 november 2010,
300 jaar na zijn geboorte. |
|
Zijn graftombe op de Kerepesi begraafplaats in Budapest. |
|