GEREVICH (GEREI) Aladár
Biografie:
Geboren: 16 maart 1910 in Miskolc (Hong.)
Overleden: 14 mei 1991 in Budapest
Gerevich 'Gerei' Aladár is de grootste Olympische schermer. Zijn zes opeenvolgende gouden medailles met het schermteam met de sabel op alle Spelen van 1932 tot 1960, blijft ook nu nog als record voor alle Olympische sporten.
Hij startte zijn Olympische carrière in 1932 in Los Angeles op 22-jarige leeftijd. Zijn vaardigheden bleven op scherp staan tot zijn middelbare leeftijd. Wanneer hem in 1960 gezegd werd dat hij te oud was om een selectie te krijgen voor het Hongaars team (hij was toen 50), daagde hij het ganse team uit en versloeg hen allen. En in Rome miste hij de individuele finale slechts door één enkele touch. Hij was daar natuurlijk wel de oudste gouden medaillewinnaar met het Hongaarse team.
Op de Spelen in Berlijn, 1936, scoorde hij 17 winstpartijen en slechts twee verliezen, waardoor hij het Hongaarse team aan goud hielp. Hijzelf behaalde toen als individueel de bronzen medaille in het schermen met de sabel en wist zich ook nog zevende te plaatsen in schermen met het floret.
Na de oorlog keerde Gerevich sterker dan ooit terug in de Spelen van Londen 1948. Met het team won hij goud met de sabel en ze werden vijfde met het floret, terwijl hij individueel goud won met de sabel, na een reeks van 19 gewonnen kampen en zonder verliespartij.
In 1952, op de Spelen in Helsinki, won Gerevich een complete set aan medailles: brons in het team met floret, goud in het team met sabel en zilver in het individueel met sabel.
In Melbourne 1956, plaatste Gerevich zich vijfde in het individueel met de sabel en hielp opnieuw mee aan de Hongaarse overwinning van het team in het schermen met de sabel.
|
Het huwelijk van Gerevich Aladár en Bogáti-Bogen Erna.
(foto 'SportHistória') |
Zijn laatste optreden op de Olympische Spelen gebeurde dus in 1960 in Rome, op 50-jarige leeftijd, waar hij opnieuw goud won met het Hongaars team in het schermen met de sabel.
In het schermen met de sabel won hij dus individueel brons in 1936 (waar hij optrad onder de naam 'Gerei'), goud in 1948 en zilver in 1952. Ook nog in het schermen met het floret won hij brons in 1952 met het Hongaars team.
Hij bevestigde zijn faam als sabelschermer met drie individuele titels op de Wereldkampioenschappen in 1935, 1951 en 1955, terwijl hij eveneens deel had in de negen overwinningen van het schermteam met de sabel op de Wereldkampioenschappen, met ook nog tweemaal zilver en tweemaal brons. Verder won hij zevenmaal het kampioenschap van Hongarije in het schermen met het floret. Gerevich Aladár werd geboren in Miskolc, zijn vader was trainer van schermers. Aladár nam ook de draad van het schermen op, maar hij leerde de schermkunst aan bij de Italiaanse coach Italo Santelli, die op dat ogenblik in Hongarije werkzaam was, in plaats van bij zijn vader. Hij was de meest succesvolle Hongaarse schermer en atleet. Hij is de enige atleet die goud wist te behalen op zes opeenvolgende Olympische Spelen. Hij verzamelde dus zeven Gouden Olympische medailles, waar hij ook nog één Zilveren en twee Bronzen medailles aan toevoegde. Deze 10 medailles betekenen het tweede grootste aantal onder de schermers.
Indien Wereldoorlog II er niet geweest was, waardoor twee Olympics werden afgelast, zou hij nog meer glorieuze successen behaald kunnen hebben.
Hij speelde een leidende rol
in de 36 jaar durende overheersing door het Hongaarse schermteam in de Olympische schermcompetitie.
Gerevich wordt beschouwd als één van de grootste techniciens ooit in het schermen met de sabel. Hij coachte later nog de Vasas Sports Club in Boedapest.
Zijn echtgenote Bogáti Erna maakt deel uit van drie generaties medaillewinnaars. Haar vader, Albert Bogen (1882-1961), maakte deel uit van het Oostenrijks sabelteam dat zilver won in 1912 (na Hongarije), zijzelf won brons (onder de naam Erna Bogen) met het floret en hun zoon, Gerevich Pál (geboren tijdens de Olympische Spelen van 1948), maakte deel uit van het zilver winnende Hongaarse team in het schermen met de sabel, van 1972 en 1980.
|
|
5 mei 1948: Gouden medaille Gerevich (rechts) in strijd tegen de Italiaan G. Dare (links)... |
...en tegen de Zilveren medaillewinnaar, de Italiaan Vicenzo Pinton (links). |
Palmares Olympische Spelen |
|
1932
Los Angeles |
1936
Berlijn |
1948
Londen |
1952
Helsinki |
1956
Melbourne |
1960
Rome |
Team sabel |
Goud |
Goud |
Goud |
Goud |
Goud |
Goud |
Individueel sabel |
.. |
Brons |
Goud |
Zilver |
.. |
.. |
Team floret |
.. |
.. |
.. |
Brons |
.. |
.. |
Het winnend Hongaars team schermen met de sabel op de Olympische Spelen. |
|
|
O.S. Los Angeles, augustus 1932:
Gerevich Aladár, Petschauer Attila, Piller György, Kabos Andrew, Nagy Ernõ en Glykais Gyula. |
O.S. Berlijn, augustus 1936:
Bay Béla, Gerevich Aladár, Hátszeghy József, Hátszeghy Ottó, Maszlay Janos en Zirczy Antal. (foto 'SportHistória') |
|
|
O.S. Londen, 1948: (van links naar rechts) Kovács Pál, Berczelly Tibor, Rajcsányi László, Kárpáti Rudolf, Papp Bertalan en Gerevich Aladár.
(foto 'SportHistória') |
O.S. Helsinki, 30 juli 1952:
Berczelly Tibor, Gerevich Aladár, Kárpáti Rudolf, Kovács Pál Ádám, Papp Bertalan en Rajcsányi László. |
|
|
O.S. Melbourne, 3 december 1956:
Gerevich Aladár, Hámori Jenõ, Kárpáti Rudolf, Keresztes Attila, Kovács Pál Ádám en Magai Daniel.
(foto 'SportHistória') |
O.S. Rome 1960: De Hongaarse ploeg schermen met de sabel: Delneky Gábor, Gerevich Aladár, Horváth Zoltán, Kárpáti Rudolf, Kovács Pál, Mendelényi Tamás |
|
|
|
Een jonge Gerevich Aladár.
|
Gerevich Aladár op de O.S. Melbourne, oktober 1956. |
Het graf van Gerevich Aladár in Farkasréti. |
Schermen
Schermen is het systematisch gebruik van een wapen zoals een degen of zwaard voor aanval en verdediging. De term wordt meestal gebruikt om de systemen van Europese origine aan te duiden. Tegenwoordig kan het refereren naar de Europese met het zwaard, Olympisch sportschermen, toneelschermen of de mensuur. Opgang van het moderne schermen
Competitie in het schermen is zo oud als de schermkunst zelf. Toch was het pas bij de eerste moderne Olympische Spelen in 1896 dat het schermen als moderne sport ontstond. Schermen is één van de vijf sporten die sinds de eerste editie altijd op het programma van de Olympische Spelen hebben gestaan.
De eerste jaren van het schermen als sport waren chaotisch, met aanzienlijke onenigheid over de regels tussen de schermscholen uit verschillende landen, vooral de Franse en Italiaanse scholen. Deze toestand eindigde in 1913 met de oprichting van de Fédération Internationale d'Escrime (FIE) in Parijs. De missie van de FIE is het codificeren en reguleren van de schermsport, in het bijzonder voor de internationale competitie.
De Wapens
In het sportschermen bestaan drie wapens:
Floret: Het floret is een licht wapen met een flexibel, rechthoekig lemmet. Het wapen moet minder dan 500 gram wegen en heeft een maximale lengte van 110 cm. Geldige treffers kunnen enkel toegebracht worden met de punt. Het geldige trefvlak bestaat enkel uit de romp. (In het moderne sportschermen, waarbij gebruik gemaakt wordt van elektrische trefferaanduiding, moet men de tegenstander treffen met de punt van het wapen, met een kracht van minstens 4,9 Newton (500 gram).)
Degen: De moderne degen leunt het dichtst aan bij het klassieke duelwapen. De degen is een lang, recht en relatief zwaar wapen, met een lemmet dat driehoekig is in doorsnede en relatief onbuigzaam. De kom is relatief groot. Het wapen moet minder dan 770 gram wegen en heeft een maximale lengte van 110 cm. Geldige treffers kunnen enkel toegebracht worden met de punt. Het geldige trefvlak bestaat uit het hele lichaam.
Sabel: De sabel is een slag- en steekwapen. Het wapen moet minder dan 500 gram wegen en heeft een maximale lengte van 105 cm. De kom is relatief groot en gesloten. Treffers kunnen toegebracht worden met de punt, de snijkant, tegensnijkant of de platte kanten van het wapen. Het geldig trefvlak bestaat uit de romp (boven het middel), het hoofd en de armen. Voorrang
Het voorrangsprincipe bij floret en sabel is dat de eerste persoon die een goed uitgevoerde aanval inzet voorrang heeft. Eenvoudig uitgedrukt: als men wordt aangevallen, moet men zich eerst verdedigen vooraleer een tegenaanval te beginnen. Een aanval kan mislukken door pech, een slechte inschatting of door een actie van de tegenstander. Een goed uitgevoerde parade (de aanval met het eigen wapen afweren) zorgt ervoor dat de voorrang overgaat naar de verdediger, die nu de gelegenheid heeft aan te vallen (riposte). De oorspronkelijke aanvaller moet nu zelf de riposte van de verdediger afweren vooraleer zelf terug aan te vallen. Als de eerste parade niet effectief is (slechte parade), als de riposte mist, of als de verdediger aarzelt vooraleer te riposteren, kan de aanvaller verder aanvallen (remise of herneming).
Bij het moderne schermen wordt meestal elektrische trefferaanduiding gebruikt. In dat geval zullen beide schermers een treffer aanduiden wanneer ze elkaar raken binnen een bepaalde tijd. Op floret en sabel is het dan aan de scheidsrechter om te beslissen wie voorrang had in de actie, en dus het punt krijgt. Als de scheidsrechter die beslissing niet kan maken, wordt geen punt toegekend, en wordt het gevecht hervat van de plaats waar de schermers zich bevonden toen het gevecht werd stilgeled.
Dubbele treffers zijn ook mogelijk op degen, maar daartoe moeten de schermers elkaar treffen binnen een zeer korte tijdsspanne. In dat geval krijgen beide schermers een punt.
Beschermende Kledij
Moderne schermkledij is gemaakt van stevig katoen, nylon of kevlar . De volgende items worden gedragen ter bescherming van de schermer:
* Vest
*
Ondervest, dat onder het vest gaat en vooral dient om de bescherming van de bovenarm en borst aan de kant van de gewapende arm te verdubbelen
*
Handschoen, om te vermijden dat een wapen onder de mouw kan schieten, en ter bescherming van de hand evenals voor een betere grip op het wapen
* Broek, tot net onder de knie
*
Kousen, tot net boven de knie
* Masker, met slab ter bescherming van de hals
Traditioneel is de kleur van de uitrusting wit, om de het makkelijker te maken voor de scheidsrechters om de treffers te zien. Dat kan wellicht worden teruggevoerd naar de tijd voor elektrische trefferaanduiding, toen soms roet of gekleurd krijt werden aangebracht aan de lemmers om treffers op de kledij van de tegenstander aan te duiden. Recent zijn de FIE-regels wat versoepeld zodat ook kleuren worden toegelaten. Zwart is de traditionele kleur voor schermmeesters.
De Praktijk van het Schermen
Bij het begin en het einde van elke wedstrijd groeten de schermers elkaar, de scheidsrechter en het publiek.
Wedstrijden worden geschermd op een piste, waarop de twee schermers tegenover elkaar staan. In het moderne schermen is de piste tussen 1,5 en 2 meter breed, en 14 meter lang. De schermers beginnen in het midden van de piste, vier meter van elkaar, in de schermhouding (en garde).
Een scheidsrechter (vroeger de Voorzitter van de jury genoemd) leidt het gevecht. De taken van de scheidsrechter zijn onder meer het bijhouden van de score en de tijd, het toekennen van punten en sancties en het bewaren van de orde.
Er zijn verscheidene types schermmatchen; bij de meest frequent gebruikte wint de schermer die als eerste 5 of 15 treffers scoort.
('Schermen' gebaseerd op een artikel in Wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/Schermen)
|