KURTÁG György

KURTÁG GyörgyKURTÁG GyörgyBiografie:

Geboren: 19 februari 1926 in Lugoj (Hongarije, thans Roemenië na het verdrag van Trianon)
Als:
Kurtág György
Overleden: ----------

Hongaars componist en pianist.

Kurtág György is een Hongaars componist van hedendaagse klassieke muziek. Concentratie en spontaniteit vormen belangrijke constanten in zijn toonspraak.
Hij werd op 19 februari 1926 als kind van Hongaarssprekende ouders in het Roemeense Lugoj geboren. Tot 1918 behoorde Lugoj (Hongaars: Lugos, Duits: Lugosch) tot de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie (1867 – 1918). De streek werd na WO I door het verdrag van Trianon aan Roemenië toegewezen. Dicsöszentmárton, György Ligeti's geboorteplaats, ligt niet ver van Lugoj en beide plaatsen zijn kleine stadjes die sinds eeuwen bevolkt werden door Hongaren, Duitsers (Saxen) en Roemenen. De Hongaarse nationaliteit bekwam Kurtág pas in 1948.
Zijn eerste piano-onderricht kreeg hij op vijfjarige leeftijd van zijn moeder. In Timisoara kreeg hij vanaf 1940 pianolessen van Kardos Magda en studeerde compositie bij Eisikovits Max. In september 1945 trok hij naar Budapest in de hoop toegelaten te worden in de klas van Bartók Béla aan de Franz Liszt Academie voor Muziek. Het nieuws van zijn dood was dan ook een grote schok voor de jonge Kurtág, maar ook voor een medestudent, Ligeti György. De vriendschap tussen beiden begon in die dagen in Budapest. Van 1946 tot 1955 studeerde hij dus aan de Franz Liszt Academie, waar hij onder andere les kreeg van Veress Sándor en Farkas Ferenc (compositie), Kadosa Pál (piano) en Weiner Leo (kamermuziek). In 1951 studeerde hij af in piano en kamermuziek, en bekwam zijn graad in compositie in 1955.
In 1947 huwde Kurtág de pianiste Kinsker Márta (geboren in 1928), met wie hij later samen veel piano-optredens zou maken. Martá zou in 1954 bevallen van hun zoon Kurtág György Jr. Hun dochter Kurtág Judith (geboren in 1975, Budapest) studeerde kunst in Parijs en Bordeaux. Ze werkt zowel als fotograaf als videokunstenaar, onder eigen naam en soms onder die van haar vader György.

György en zijn vrouw Márta in het Conservatorium. .. en aan de piano, waarop zij samen 'Játékok' spelen.
György en zijn vrouw Márta in het Conservatorium...
... en aan de piano, waarop zij samen 'Játékok' spelen.

Aanvankelijk was Kurtág voornamelijk actief als pianist. In 1957 ging de componist voor een jaar naar Parijs waar hij bij kunstpsychologe Marianne Stein studeerde (die hem adviseerde zich toe te leggen op eenvoudige muzikale principes, zoals het verbinden van twee enkele tonen, die later bijvoorbeeld in de pianocyclus Játékok uitgebreid geëxploreerd zouden worden). Hij woonde er ook de lessen bij van onder meer Olivier Messiaen en Darius Milhaud.
Globaal gezien refereert Kurtág's muzikale taal aan twee grote en ook algemeen heel invloedrijke componisten, namelijk Bartók Béla (kinderlijke spontaniteit en primitieve oerkracht) en Anton Webern (extreme concentratie van de compositorische arbeid). Naast zijn studies compositie en zijn activiteit als Bartók-vertolker was Kurtág's verblijf in Parijs van onschatbare waarde. Hij vond er tevens de sleutel tot zijn eigen compositorische taal.
Van 1958 tot 1963 werkte Kurtág als répétiteur aan de Béla Bartók Middelbare School voor Muziek en van 1960 tot 1968 bij de Hongaarse Nationale Filharmonie.
Tijdens de jaren van 1967 tot 1986 was hij assistent van Kadosa Pál aan de Liszt Academie waar hij aanvankelijk piano en, vanaf 1969, kamermuziek onderwees. Deze post zou hij bekleden tot hij met pensioen ging in 1986. In praktijk bleef hij er echter wel tot 1993 enkele leerlingen onderrichten. In 1971 verbleef Kurtág een jaar in Berlijn met een studiebeurs van de Deutsche Akademische Austauschdienst. In 1987 werd hij verkozen tot lid van de Beiersche Akademie voor Schone Kunsten in Munchen én bij de Berlijnse Akademie voor Kunsten.

Een belangrijke stimulans in Kurtág's loopbaan waren de contacten met de Új Zenei Stúdió (Studio voor Nieuwe Muziek) vanaf de jaren zeventig, wanneer hij tevens actief was bij de gregoriaanse zanggroep Schola Hungarica.
Kurtág schreef sinds 1959 in een even beknopte als dramatische stijl. De jaren tachtig brachten Kurtág voor het eerst internationale bekendheid (met Berichten van de overleden juffrouw R.V. Trussova -1981, opus 17). Na zijn internationale doorbraak verschenen naast de doorgaans kleine bezettingen, ook grotere. Naast faam als pedagoog, als leraar van bijvoorbeeld Kocsis Zoltán, wekte hij interesse met de heropname van zijn concertactiviteit, die hij in 1956 had opgegeven, en een toename van zijn compositorische creativiteit. Deze inspanningen werden bekroond met verschillende internationale opdrachten en prijzen.
Sedert 1993 verbleef Kurtág vervolgens te Berlijn, Wenen, Amsterdam en Parijs, waar een samenwerking met het Ensemble InterContemporain tot stand kwam.


Kurtág György steeds gedreven als hij aan het werk is. Kurtág György steeds gedreven als hij aan het werk is. Kurtág György steeds gedreven als hij aan het werk is.
Kurtág György steeds gedreven als hij aan het werk is.
Kurtág György steeds gedreven als hij aan het werk is.


Sinds Kurtág György zijn Strijkkwartet uit 1959 het opusnummer 1 gaf, levert hij jaarlijks gemiddeld één compositie af, maar drie tot vijf jaar voor één werk is geen uitzondering. Het doordachte en wel overwogene van elke genoteerde klank is de oorzaak van deze traagheid. Het streven naar de grootst mogelijke 'volheid' in elke compositie, door het combineren van een uiterste zorg voor opbouw en structuur met een veelgelaagde inhoudelijke diepgang is een tweede oorzaak van het langzaam tot stand komen van zijn œuvre. Tenslotte heeft Kurtág het nodige geduld: stilstanden in het creatieproces, omdat bepaalde "problemen" eerst moeten opgelost worden, alvorens hij verder kan componeren en crisissen in de creativiteit, waardoor het werken blokkeert, doen zich regelmatig voor.
Kurtág is een 'stille'. Hij zal slechts uitzonderlijk een interview weggeven en eigen teksten of voordrachten over zijn muziek zijn tot het uiterste minimum beperkt. De interpretaties van Kurtág verdiepen zich bij voorkeur in zijn vocale muziek, omdat het houvast van de verwerkte teksten dan een gemakkelijk uitgangspunt vormt. Zuiver structurele analyses vormen hiervan de tegenpool. György Kurtág is een typische Hongaar, met het karakter van de Centraal Europese mengcultuur.
K
urtág, die ook een bezielende coach voor grote solisten en vooraanstaande ensembles is, en Ligeti György zijn, momenteel de belangrijkste componisten, niet enkel in Hongarije, maar op zijn minst in heel Europa. Zij zetten de Hongaarse muziekcultuur verder, die een nieuw leven was ingeblazen door Liszt Ferenc, Erkel Ferenc en Bartók Béla. Kurtág György is vooral bekend voor zijn vocale werk: hij beschouwt de stem als een instrument dat onverkende mogelijkheden biedt, waarbij hij haar gebruikelijke narratieve rol overstijgt. Ligeti György daarentegen vond zijn eigen antwoord op de algemene stijlimpasse waarin de naoorlogse avant-garde verzeilde. Dit antwoord was gebaseerd op textuur en geluidsdensiteit, waarmee hij één van de belangrijkste inspiratiebronnen werd voor de hedendaagse muziek.


Kurtág György (midden) samen met John Cage (links, Amerikaans componist) en András Wilheim (pianist) In 2003 mocht Kurtág de Muziekprijs in ontvangst nemen uitgereikt door de 'Léonie Sonning Music Foundation' in Kopenhagen.
Kurtág György (midden) samen met John Cage (links, Amerikaans componist) en András Wilheim (pianist) bij de opname van Cage's 'Thirty Pieces for Five Orchestras'.
In 2003 mocht Kurtág de Muziekprijs in ontvangst nemen uitgereikt door de 'Léonie Sonning Music Foundation' in Kopenhagen.


Een greep uit het Oeuvre van Kurtág:
* Altvioolconcerto (1953),
* Het strijkkwartet op. 1 (1959),
* Acht Duo's voor viool en cymbalom (1960-61, opus 4),
* Bornemisza Péter mondásai op. 7
( De Spreuken van Péter Bornemisza, 1963, herzien in 1976),
* Elo-Játékok
( Voor-Spelen ) (1973),
* Játékok
( Spelen ) (1973),
* Scherven voor cymbalom solo (1973, opus 6c),
* Poslanija pokojnoj R. V. Trusovoj
op. 17 ( Berichten van de overleden R. V. Trusova ) (1976 – 80),
* Hommage à András Mihály
(1977-1978),
* Omaggio a Luigi Nono
(1979),
* Berichten van de overleden juffrouw R.V. Trussova (1981, opus 17),
* Scénes uit een roman (1981-'82, opus 19).
* Kafka-Fragmente für Sopran Violine
(1985-1987),
* ...quasi una fantasia... op. 27 nr. 1
(1987),
* dubbelconcerto Op. 27 No. 2 (1989 – 90),
* Hölderlin-Gesänge
op. 35 (1993),
* Stèle
voor orkest (1994).


Kafka-Fragments Works by György Kurtág 'Játékok'


Onderscheidingen:
* Kurtag ontving de Erkel Prijs in 1954, 1956 en 1969.
* Hij werd onderscheiden met de Kossuth Prijs in 1973.
* In 1980 werd hij benoemd tot Verdienstelijk Artiest van de Hongaarse Volksrepubliek, in 1984 werd hij Buitengewoon Artiest en ontving tevens de Bartók-Pasztory Award.
* In 1986, Kurtag werd door de Hongaarse regering onderscheiden met de Orde van de Ster met de Gouden Lauwerkrans.
* In 1985 werd hij benoemd tot Officier des Arts et des Lettres door de Franse regering.
* In 1987 werd hij verkozen tot corresponderend lid van de Bayerische Akademie der Schoenen Kunste.
* In datzelfde jaar werd hij tevens lid van de Akademie der Kunste in West Berlijn.
* In 1993 ontving hij de Prix de Composition Musicale van de Stichting Prins Pierre van Monaco, voor zijn Grabstein fur Stephan en Op.27 n.2 (Dubbel Concerto), de Herder Prijs van de Freiherr vom Stein (Hamburg, Duitsland) en de Premio Feltrinell (van de Accademia dei Lincei, Rome, Italië).
* In 1993-1995 was hij residentieel componist van het Berliner Philharmoniker en gast van het Wissenschaftskolleg zu Berlin, Duitsland.
* In 1994 werd hij onderscheiden met de Osterreichischere Staatspreis fur Europaeische Komponisten (Award van de Oostenrijkse Staat voor Europese componisten) en de Denis de Rougemont Prijs (door de Europese Festivalvereniging).
* In 1995-96 was hij residentieel componist bij het Wiener Konzerthaus (Wenen, Oostenrijk).
* In 1996 ontving hij van de Hongaarse Staat de Kossuth Prijs voor zijn volledig werk.
* In 1996 werd hij Ereprofessor aan het Koninklijk Conservatorium van Den Haag en werd uitgenodigd bij verschillende orkesten, ensembles en stichtingen, om twee jaar in Nederland te verblijven.
* In 1998 kreeg hij ook nog de Ernst von Siemens Musikpreises in Munchen.
* In 2003 kreeg hij de Muziekprijs van de Léonie Sonning Music Foundation in Kopenhagen.

: