LÉHAR  Franz

LÉHAR Franz
Hongaarse postzegel van LÉHAR Franz
Biografie:

Geboren: 30 april 1870 (Komárom, thans Komárne in Slovakije, na annexatie door het Verdrag van Trianon - Hongarije)
Als: Léhar Ferenc
Overleden: 24 oktober 1948 (Bad Ischl - Oostenrijk)

Vooral componist van 20ste eeuw operettes.

Deze Oostenrijks-Hongaarse componist werd geboren in Komáron (nu op Slowaaks grondgebied) op 30 april 1870. Toen hij 15 jaar was, werd hij opgenomen in het Praagse conservatorium (1882-1888), waar hij viool- en compositielessen kreeg van niemand minder dan Dvorák.
Na zijn studies aan het conservatorium trad hij in dienst van het leger, waar hij een tijdje in het harmonieorkest, dat zijn vader dirigeerde, speelde. Op twintigjarige leeftijd werd hij zelf kapelmeester, o.m. in Triëst, Budapest en Wenen. In Pola, aan de Adriatische zee, ontmoette hij Felix Falzari, die zijn eerste librettist werd. Hij schreef de libretto's van Lehár's eerste opera 'Kukuschka', dat in Budapest en Leipzig opgevoerd werd. Hij stapte uit het leger, maar het succes was minder dan verhoopt, en werd genoodzaakt terug te keren naar zijn vroegere post.
Toen hij in januari 1902 een succesvolle wals schreef voor het bal van prinses Metternich, was zijn carrière verzekerd. Hij verliet voorgoed het leger en werd Kapellmeister aan het theater van Wenen, waarvoor hij de operette 'Wiener Frauen' schreef. Ondertussen was hij ook bezig aan een andere operette 'Der Rastelbinder' naar een libretto van Victor Léon, die voor het Carltheater - de concurrentie - werkte. Daardoor moest hij zijn post als Kapellmeister opgeven en begon hij fulltime te componeren.
In 1905 componeerde hij 'Die lustige Witwe', dat een wereldwijd succes werd. Ook nu nog wordt 'De vrolijke weduwe' dikwijls uitgevoerd, onder de vorm van operette, theater, ballet, films, ijsshows... Het overweldigende succes maakte Franz Lehár zeer rijk. De successen bleven maar duren. Elke operette die hij schreef, werd met veel enthousiasme onthaald. Tussen 1925 en 1934 schreef hij maar liefst zes operettes. De tenorrollen in de operettes uit de jaren twintig componeerde Léhar speciaal voor Richard Tauber. Die operettes waren als het ware geschreven op de stem van de veelzijdige tenor. Nadat Tauber vluchtte naar Engeland, heeft Franz Lehár geen operettes meer gecomponeerd.
In 1935 stichtte hij zijn eigen muziekuitgeverij om zoveel mogelijk controle te hebben over de uitvoeringen van zijn werken. Hij kocht daarvoor alle rechten over, die andere uitgevers over zijn werken hadden.
Deze componist, dirigent en uitgever van eigen werk sloot met zijn composities aan bij de traditie van de Weense Operette en vulde deze aan met elementen uit de Slavische folklore en met een Parijs koloriet. De werken van deze vertegenwoordiger van de zogenaamde 'zilveren operette' worden gekenmerkt door goed in het oor liggende, zangerige melodieën, een zwierige ritmiek en een kleurrijke instrumentatie. Met het stroomlijnen van de dialogen wendde hij zich in zijn tweede scheppingsperiode tot de komische opera en het zangspel. Lehár is een van de eerste operettecomponisten, die een zangnummer met aansluitende dans beëindigde.

Franz Lehár overleed in Bad Ischl op 24 oktober 1948, waar ook een Lehármuseum is. Zijn uitgeverij werd overgenomen door Glocken Verlag.

Werk:
* Opera: Kukuška (1896; in 1905 herzien als Tatjana).
* Operettes: Der Rastelbinder (1902); Der Göttergatte (1904); Die lustige Witwe (1905); Der Graf von Luxemburg (1909); Das Fürstenkind (1909); Zigeunerliebe (1910); Eva (1911); Die ideale Gattin (1913); Endlich allein (= Schön ist die Welt, 1914); Wo die Lerche singt (1918); Die blaue Mazur (1920); Die Tangokönigin (1921); Frasquita (1922); Die gelbe Jacke (= Das Land des Lächelns, 1923); Paganini (1925); Der Zarewitsch (1927); Giuditta (1934). - Singspiele, o.a. Friedericke (1928).
* Voorts: walsen, marsen, dansen, kamermuziek, filmmuziek en liederen.

Léhar Franz, 13 jaar.
Léhar Franz, 24 jaar.
Léhar Franz als dirigent.
Léhar Franz, 13 jaar.
Léhar Franz, 24 jaar.
Léhar Franz als dirigent.
Lehár Franz met M. Günther als Hanna Glawari en L. Treumann als Graaf Danilo in 'Die Lustige Witwe' in 1934. Affiche van 'Der Graf von Luxemburg'. Monument in het Stadspark van Wenen.
Lehár Franz met M. Günther als Hanna Glawari en L. Treumann als Graaf Danilo in 'Die Lustige Witwe' in 1934.
Affiche van 'Der Graf von Luxemburg'.
Monument in het Stadspark van Wenen.