LIGETI  György

Ligeti György
Mooie portrettekening
Mooie portrettekening
van de componist.

Biografie:

Geboren: 28 mei 1923 in Dicsöszentmárton, nu Târnaveni (Hongarije, thans Roemenië sinds het Verdrag van Trianon)
Als: Ligeti Sándor György
Overleden: 12 juni 2006 in Wenen

Componist

Ligeti György werd geboren op 28 mei 1923 in Dicsöszentmárton (Transylvanië), als zoon van Hongaars-Joodse ouders. Tot 1918 behoorde Dicsöszentmárton (nu Târnaveni) tot de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie (1867 – 1918). De streek werd na WO I door het verdrag van Trianon aan Roemenië toegewezen. Lugoj, György Kurtágs geboorteplaats, ligt niet ver van Dicsöszentmárton en beide plaatsen zijn kleine stadjes die sinds eeuwen bevolkt werden door Hongaren, Duitsers (Saxen) en Roemenen.
Hij volgde school in Kolozsvár (nu Cluj-Napoca) en studeerde 1941-'43 compositie bij
Farkas Ferenc aan het Klausenburg Conservatorium in Kolozsvár.

Ligeti als kind... ...en in 1963.
Ligeti als kind...
...en in 1963.

Zijn opvoeding werd onderbroken in 1943 wanneer hij, als Jood, door de Nazipartij tot dwangarbeid werd gedwongen. Op datzelfde ogenblik werden zijn ouders, broer en andere aanverwanten naar het kamp van Auschwitz gedeporteerd. Zijn moeder zou later de enige overlevende blijken te zijn.
Na de oorlog ging hij in 1945 studeren aan de 'Franz Liszt Muziek Academie' in Budapest. Hij zou daar les krijgen van Kadosa Pál, Farkas Ferenc, Kodály Zoltán en Veress Sándor, en in 1949 afstuderen. Tussen 1950 en 1956 gaf hij aan zijn oude school in Budapest zelf les in harmonieleer, muzikale analyse en contrapuntische melodie. In 1956 werden de verbindingen tussen Hongarije en het Westen afgesneden door de communistische regering en Ligeti diende in het geheim naar de radio te luisteren om de ontwikkelingen in de muziek op de hoogte te blijven. In december 1956, twee maand nadat de Hongaarse opstand neergeslagen was door het Sovjetleger, vluchtte hij naar Wenen, waar hij in 1967 het Oostenrijks staatsburgerschap zou bekomen..
Van 1957 tot 1959 was hij medewerker in de Electronic Music Studio van de Westdeutscher Rundfunk (West-Duitse Radio) in Keulen. Daar ontmoette hij avant-garde figuren, zoals de componisten Karlheinz Stockhausen, Pierre Boulez en Gottfried Michael Koenig, die toen werkten aan baanbrekende elektronische muziek. Ligeti werd geïnspireerd door de sounds die hij daar kon creëren. Vanaf dat moment werd Ligeti's werk meer en meer bekend en gerespecteerd.
In 1959 zou hij zich in Wenen vestigen. Datzelfde jaar ging hij doceren aan de Darmstädter Ferienkurse en in 1961 aan de Muziekacademie te Stockholm. In 1969-1970 verbleef Ligeti in Berlijn met een studiebeurs van de Deutsche Akademische Austauschdienst, German Academic Exchange Service. Hij was residentieel professor aan de universiteit van Stanford in 1972 en onderwees compositie aan de Muziekacademie van Hamburg (1973-1989). Sinds 1973 woont hij in Hamburg waar hij les geeft aan de Staatliche Musikhochschule.
Wereldburger Ligeti György leeft en werkt nu in Hamburg en Wenen. Alhoewel hij sinds de jaren '80 gezondheidsproblemen heeft, wat zijn muziekproductie enigszins vertraagde, blijft hij toch voort muziek schrijven.

Ligeti György legt uit. Ligeti György aan het werk.

In de jaren '50 begon hij elektronische muziek te componeren, zoals Artikulation (1958). Voor de spectaculaire ontwikkeling van Ligeti's componeren na 1956 is zijn kennismaking met het werk van Boulez en Stockhausen in Darmstadt en Keulen van de grootste betekenis geweest.  Anders dan Boulez en Stockhausen heeft Ligeti zich echter nooit op theoretische beginselverklaringen vastgelegd; veeleer is hij geneigd elk bestaand componeersysteem in twijfel te trekken, om daaruit alleen het voor hem zelf bruikbare te behouden. Zodoende heeft zijn muziek vaak nieuwe impulsen gegeven aan het compositorische denken van deze tijd.
Hoewel elk stuk van Ligeti in principe een eigen probleem stelt, wordt doorgaans een aantal idiomatische kenmerken met zijn naam in verband gebracht dat zich vooral in de jaren zestig deed gelden. Het belangrijkste daarvan is de zgn. micropolyfonie: dichte klankweefsels waarin de constituerende stemmen hun individualiteit verliezen (Atmosphères, v. orkest, 1961, dat wereldwijde aandacht trok). 
Mede onder invloed van de ontwikkelingen op het gebied van de elektronische synthese verruimde Ligeti de mogelijkheden van de vocale en instrumentale muziek en ontwikkelde hij akoestisch voortgebrachte ruisklanken die in grafische partituren werden vastgelegd (Volumina, v. orgel, 1961–1962, bew. 1962–1964). 
Hij heeft zich daarnaast beziggehouden met een theater waarin muziek, spraak en beweging gelijkwaardige parameters vormen (Aventures, 1962; Nouvelles Aventures, 1962–1965).
Ligeti's latere ontwikkeling toont een steeds grotere stilistische diversiteit, waarbij reeds bestaande kaders niet geschuwd worden. Zo wijst zijn opera Le grand macabre (première 1978; n. M. de Ghelderode), over de theatrale experimenten uit de jaren zestig heen, terug naar de traditie. Hetzelfde geldt voor het trio voor hoorn, viool en piano (1983), dat niet alleen door de bezetting, maar ook door de ritmische complexiteit en het gebruik van typische doorwerkingtechnieken aansluit bij Brahms, overigens zonder diens werk letterlijk te citeren. 
Daarnaast worden ook folkloristische en populaire stijlen aangehaald (Hungarian rock, 1978). In geen van deze gevallen is er sprake van een nostalgisch terugblikken, noch van een moedwillig populariseren. Herkenbare elementen worden niet als zodanig geëvoceerd, maar fungeren slechts als compositorisch vertrekpunt.

Ligeti en Jürgen Hockner vóór een optreden van de Kölner Philharmonie in 1992. Ligeti en Pierre Boulez in 1996 in Berlijn.
Ligeti en Jürgen Hockner vóór een optreden van de Kölner Philharmonie in 1992.
Ligeti en Pierre Boulez in 1996 in Berlijn
bij de opnamen van een film over hem.
Ligeti samen met zijn echtgenote Vera. Ligeti Lukas, de zoon van György.
Ligeti samen met zijn echtgenote Vera wonen het Eröffnungskonzert van Wien Modern bij in 2003 .
Ligeti Lukas, de zoon van György, ook componist en percussionist.

Ligeti György en Kurtág György zijn momenteel de belangrijkste componisten, niet enkel in Hongarije, maar op zijn minst in heel Europa. Zij zetten de Hongaarse muziekcultuur verder, die een nieuw leven was ingeblazen door Liszt Ferenc, Erkel Ferenc en Bartók Béla. Kurtág György is vooral bekend voor zijn vocale werk: hij beschouwt de stem als een instrument dat onverkende mogelijkheden biedt, waarbij hij haar gebruikelijke narratieve rol overstijgt. Ligeti György daarentegen vond zijn eigen antwoord op de algemene stijlimpasse waarin de naoorlogse avant-garde verzeilde. Dit antwoord was gebaseerd op textuur en geluidsdensiteit, waarmee hij één van de belangrijkste inspiratiebronnen werd voor de hedendaagse muziek.
Ligeti wordt wereldwijd beschouwd als één van de grote componisten van instrumentale muziek van de 20ste eeuw. Veel van zijn werken zijn goed gekend in de middens van de klassieke muziek, maar bij het grote publiek is hij misschien het best gekend door verschillende muziekstukken die gebruikt werden in de films van Stanley Kubrick. Filmicoon Stanley Kubrick was een inderdaad een grote bewonderaar van Ligeti's werk en gebruikte met succes muziek van hem in een aantal films: Lux Aeterna, Atmosphères en het Requiem in ' 2001: A Space Odyssey' (1968), Lontano in ' The Shining' (1980) en Musica Ricercata II in ' Eyes Wide Shut' (1999). De muziek zou wel gebruikt geweest zijn zonder voorafgaandelijke toestemming van Ligeti.

György Ligeti is op 12 juni 2006 na een lange strijd tegen ziekte op 83-jarige leeftijd overleden in Wenen. Hij liet zijn vrouw Vera en zoon Lukas (eveneens componist en percussionist) achter. Hij werd ten grave gedragen op het kerkhof Zentralfriedhof in Wenen.

2001: a space odussey The Shining. Eyes wide shut.


OEUVRE:
Métamorphoses nocturnes (Strijkkwartet nr. 1, 1953); 2 liederen: Nacht en Morgen (1956; v. koor a cappella); Artikulation (1958; elektron.); Apparitions (1958–1959; v. ork.); Trois bagatelles (1961; v. piano); Atmosphères (1961, v. orkest); Volumina, (v. orgel, 1961–1962, bew. 1962–1964); Poème symphonique (1962; 100 metronomen); Aventures (1962); Nouvelles Aventures (1962–1965); Fragment (1964; v. kamerork.); Requiem (1963–1965; soli, koor en orkest); Celloconc. (1966); Lux Aeterna (1966; v. 16-stemmig koor a cappella); Lontano (1967; v. ork.); Etude nr. 1, ‘Harmonies' (1967; v. orgel); 10 Stücke (1968; v. blaaskwint.); Strijkkwartet nr. 2 (1968); Continuum (1968; v. klavecimbel); Ramifications (1968–1969; v. 12-stemmig strijkork.); Etude nr. 2, ‘Coulée' (1969; v. orgel); Kammerkonzert (1969, rev. 1970; v. 13 instr.); Melodien (1971; v. ork.); Dubbelconc. voor fluit, hobo en ork. (1972); San Francisco polyphony (1974; v. ork.); Monument, Selbstportät, Bewegung (1976; 2 piano's); Rondeau (‘ein-Mann-Theater); 1976); Le grand macabre (première 1978; n. M. de Ghelderode), Hungarian rock (1978); Trio voor viool, hoorn en piano (1982); Drei Phantasien nach F. Hölderlin (1982; koor a cappella); Etudes pour piano no 1–3 (1985–1993); Pianoconcert (1986); Nonsense Madrigals 1–6 (1988–1993; 6 stemmen); Vioolconcert (1990); Mysteries of the macabre (1992; trompet en ens.); Altvioolsonate (1994).
Geschriften
: Pierre Boulez, in: Die Reihe, IV (1958); Wandlungen der musikal. Form, ibidem, VII (1960); Zustände, Ereignisse, Wandlungen, in: Melos (1967), blz. 165–169; Three aspects of New Music (1968; m. W. Lutoslawski en I. Lidholm); Fragen und Antworten von mir selbst, in: Melos (1971), blz. 509–516; Musik und Technik in: Batel, kleinen, qunter en Salbert; Computermusik (Laaber, 1987).  

Le Grand Macabre Etudes Widerworte

  
Onderscheidingen:

Talrijke prijzen, awards en onderscheidingen zijn het resultaat van de grote waarde die men geeft aan het werk van Ligeti György als componist én als leraar en mentor van een ganse generatie componisten.
Naast zijn lidmaatschap van de Vrije Kunstacademie van Hamburg en de Beierse Academie voor Schone Kunsten in München, zijn andere diverse prijzen en onderscheidingen het vermelden waard:

* Lid van de 'Orde van Verdienste van Wetenschap en Kunst' in 1974;
* Aanstelling als 'Commandeur dans l'Ordre National des Arts et Lettres', Parijs 1988;
* 'Prix de composition musicale de la Fondation Prince Pierre de Monaco' eveneens ontvangen in 1988;
* In 1990 kreeg hij de 'Muziekprijs van de Léonie Sonning Music Foundation' in Kopenhagen;
* De 'Music Award of the Balzan Foundation and the Praemium Imperiale' in 1991;
'Medaille für Kunst und Wissenschaft'* In 1993 werd hem in München de internationale Ernst-von-Siemens-muziekprijs uitgereikt;
* In 1996 werd hem de 'UNESCO-IMC (International Music Council)-Music Prize' verleend;
* In 1997 verleende de Roemeense Academie hem het 'Honorary Membership';
* De Academie voor Schone Kunsten in Parijs stelde hem in 1998 aan als 'Associé étranger' in 1998;
* Op 9 oktober 2000 werd György Ligeti onderscheiden met de 'Sibelius Prize of the Jenny and Antti Wihuri Foundation' in Helsinki;
* In 2001 ontving hij de 'Kyoto-Prize for Arts and Science" voor zijn ganse werk;
* In 2003 werd hem de 'Medaille für Kunst und Wissenschaft' verleend door de stad Hamburg, ter gelegenheid van zijn 80ste verjaardag.    
* De stad Frankfurt verleende hem de 'Theodor W. Adorno-price' op 13 september 2003;
* Kreeg in 2004 de 'Polar Music Prize van de Royal Swedish Academy of Music'. De prijs werd op 24 mei 2004 overhandigd in Stockholm Concert Hall door Koning Carl XVI Gustaf van Zweden. Ligeti was door ziekte verhinderd om aanwezig te zijn, maar had een dankboodschap opgenomen en werd in Stockholm vertegenwoordigd door Dr. Louise Duchesneau.
* In 2004 ontving hij ook nog de 'Gold Medal of the Royal Philharmonic Society', de 'Echo Klassik 2004' voor zijn levenswerk en de 'Frankfurt Music Prize 2005'.



Het graf van Ligeti György op het kerkhof Zentralfriedhof in Wenen.
Het graf van Ligeti György op het kerkhof Zentralfriedhof in Wenen.