RUZICKA  Leopold  Stephan

RUZICKA Leopold

Medaille Nobelprijs GeneeskundeBiografie:

Geboren:
13 september 1887 (Vukovar - Oostenrijk-Hongarije, thans Kroatië)
Als:
Ruzicka Leopold Stephan
Overleden:
26 september 1976 (Mammern am Bodensee - Zwitserland)

Nobelprijs scheikunde 1939: for 'his work on polymethylenes and higher terpenes'

Deze geleerde was één der grootsten op het gebied van de organische scheikunde en ook op het gebied van de reukstoffen had hij een wereldberoemde naam. Eén van zijn grootste ontdekkingen was de synthetische bereiding van muskus (1929).
Leopold Stephen Ruzicka werd geboren op 3 september 1887, in Vukovar, een klein Kroatisch stadje aan de Donau. Vukovar (Kroatië) was vóór het Verdrag van Trianon (1920) in Hongarije gelegen. Zijn vader, Stjepan Ruzicka, was een kuiper; zijn moeders meisjesnaam was Ljubica Sever. Eén van zijn grootouders was een Tsjech, wat de naam Ruzicka verklaart. Zijn voorouders waren ambachtslieden of boeren, die slechts een paar jaar school gevolgd hadden. Na de vroege dood van zijn vader in 1891, keerde hij met zijn moeder terug naar haar geboorteplaats, Osijek, aan de Drava, ietwat ten westen van zijn samenvloeiing met de Donau. Daar volgde hij de lagere school en het klassieke gymnasium, waar tevens de Kroatische taal gesproken werd. In het algemeen was hij een redelijk goed student, maar alleen maar werkelijk geïnteresseerd in fysica en mathematica. De andere vakken, met inbegrip van zuiver beschrijvende wetenschappen, lieten hem koud. Er was geen scheikunde in het studiepakket, maar hij besliste desniettemin om dat vak te studeren, naast zijn interesse voor de samenstelling van natuurlijke producten.

Ruzicka als hobby-tuinier.
Ruzicka als hobby-tuinier.

Tussen 1906 en 1910 ging hij dan scheikunde studeren aan de Universiteit van Toegepaste Wetenschappen in Karlsruhe (waar hij ook in 1910 meewerkte aan de voorbereiding van een doctoraat onder leiding van Hermann Staudinger - Nobelprijs scheikunde 1953). Vervolgens was hij assistent docent aan het Zwitsers Federaal Instituut voor Technologie (ETH) tussen 1912 and 1916. Daarnaast werkte hij in de chemische industrie. In 1923 werd hij professor aan het ETH. In 1927 verhuisde hij naar de universiteit van Utrecht als Professor van Organische Scheikunde (1927-1929), maar keerde in 1929 terug naar het ETH Zurich om Richard Kuhn als Professor op te volgen. Hij bleef bij het ETH tot hij in 1957 beloond werd met een emeritus status.
Ruzicka was in 1927 uit Zürich naar de Universiteit Utrecht gekomen vanwege het hoge wetenschappelijke niveau van het scheikundeonderzoek. Hij was met name geïnteresseerd in de organische chemie die uitgegroeid was tot één van de belangrijkste onderwerpen van de natuurwetenschappen. Ruzicka zocht, zoals zoveel wetenschappers, naar de natuurwetenschappelijke grondslagen van het leven en bouwde hierbij verder op onder andere de theorie over de ruimtelijke ligging van atomen van een andere Utrechtse Nobelprijswinnaar: Van 't Hoff. Ruzicka ontdekte bij zijn onderzoek van de natuurlijke geurstoffen dat musketone en civetone - de geuren in muskus en civet - slechts één ring koolstofatomen bevatten en dat die ring uit meer atomen bestaat dan men ooit voor mogelijk had gehouden.
Zijn hoofdwerk met betrekking tot macrocyclische samenstellingen, hogere terpenen en steroïden, startte hij in 1921. Het was in Zwitserland dat hij zich wijdde aan het onderzoek van de steroïden en meer bepaald van de seksuele hormonen. Van 1934 tot 1939 publiceerde hij ongeveer 70 artikelen en talrijke brevetten over de meerschakelige moleculen, zoals de terpenen.
In 1939 werd hem de Nobelprijs voor de scheikunde toegekend voor zijn werk over polymethylene en hogere terpeensamenstellingen, maar hij kon hem pas na de oorlog in 1945 ophalen. In datzelfde jaar kreeg ook Adolf Friedrich Johann Butenandt (Duitsland) de Nobelprijs Scheikunde, maar hij weigerde die.

Ruzicka in zijn laboratorium. Ruzicka in zijn laboratorium.
Ruzicka in zijn laboratorium.

Ruzicka's 'biogenetic isoprene rule', waarvan het pionierswerk door Wallach werd gedaan, betekende in 1953 de kroon op zijn levenswerk.
Hij was ook politiek actief (in de Zwitsers-Joegoslavische hulporganisatie en in protesten tegen nucleaire wapens).
Ieder jaar kent het ETH, met steun van de chemische industrie, de Ruzickaprijs toe, aan jonge scheikundigen die in Zwitserland werken.
Professor Ruzicka was houder van acht eredoctoraten (4 Wetenschap, 2 Geneeskunde, 1 Natuurwetenschappen, 1 Rechten) 7 prijzen en medailles, 24 erelidmaatschappen bij chemische, biochemische en andere wetenschappelijke instellingen, 18 gewone, buitenlandse en erelidmaatschappen van wetenschappelijke academies. Zijn vriendenkring was zeer uitgebreid, niet enkel geografisch maar ook spiritueel, met inbegrip van zowel Vaticaanstad als Moskou. Hij voelde dat de blijken van eerbetoon die hij kreeg, zouden moeten verdeeld worden over zijn ganse team van medewerkers en dat, om slechts één voorbeeld te geven, de lof over zijn eredoctoraatdiploma van Harvard 1936 (driehonderdste verjaardagviering van de oudste universiteit van de V.S.) meer realistisch zou moeten gelezen worden in de meerheidsvorm "... aan het team van scheikundigen, om hun gedurfde aanpak, briljant in hun methodes, succesvol in hun interpretaties van de architectuur van de verbijsterende samenstellingen van de natuur", omdat ieder lid van het team bijgedragen had om de jeugddromen van hun oudste lid in realiteit om te zetten.

Ruzicka huwde met Anna Hausmann in 1912 en met Gertrud Acklin in 1951. Hij had geen kinderen. Als hobby tuinierde hij graag tussen zijn honderden alpenplanten, rozen en alpenconiferen. Hij maakte daar regelmatig kleurenfoto's van. Hij verdiepte zich ook in het oud Nederlands en genoot een goede reputatie als kunstverzamelaar. Hij verzamelde een grote collectie Vlaamse schilderijen van de XVIIste eeuw en werken van Hollandse meesters, zoals Brouwer, Breughel, van Cleve, van de Capelle, Fijt, van Goyen, Hals, Hobbema, van der Heyden, Rembrandt, Rubens, 'les' van Ruisdael, Steen, Terborch en nog vele anderen (hij schonk een groot aantal van die werken aan het Museum van Schone Kunsten in Zurich).
Hij overleed in een Zwitsers ziekenhuis in Mammern am Bodensee, waar hij herstellend was na een prostaatoperatie.

Ruzicka's notities over terpeen. Het telegram hem de toekenning van de Nobelprijs Scheikunde 1939 mededelend.
Ruzicka's notities over terpeen.
Het telegram hem de toekenning van de Nobelprijs Scheikunde 1939 mededelend.