WIGNER  Jenõ  (Eugene P. Wigner)

Wigner JenõBiografie:

Geboren:
17 november 1902 - Budapest
Als:
Wigner Jenõ
Overleden:
1 januari 1995 - Princeton (Verenigde Staten)

Nobelprijs 1963 Natuurkunde "voor zijn bijdragen aan de theorie van de atoomkernen en de elementaire deeltjes, vooral door de ontdekking en de toepassing van fundamentele symmetrie-principes" (samen met Maria Goeppert-Mayer en J. Hans D. Jensen)

Eugene Paul Wigner (geboren Wigner Jenõ) was een van de grondleggers van de kwantummechanica, de wetenschap die de verschijnselen binnenin de atomen onderzoekt en verklaart. Hij werd geboren in Budapest, op 17 november 1902, genaturaliseerd tot staatsburger van de Verenigde Staten op 8 januari 1937.

Buste van Wigner Jenõ.
Hongaarse postzegel van Wigner Jenõ.

Wigner ontmoette zijn eerste vrouw wanneer hij aan de Universiteit van Wisconsin (Madison, 1934-1939) verbleef, maar zij overleed reeds drie maanden na hun huwelijk. In 1941 huwde hij een tweede maal, met Mary Annette Wheeler, en is de vader van twee kinderen, David en Martha. Zijn zoon, David, onderwees mathematica aan de Universiteit van Californië in Berkeley. Zijn dochter, Martha, was werkzaam in een organisatie die het intern transportsysteem van Chicago trachtte te verbeteren. Zijn zuster, Wigner Margit ('Manci'), huwde in 1937 met Dr. Paul A. M. Dirac, winnaar van de Nobelprijs Natuurkunde in 1933, én collega van Eugene in Princeton.

Wigner volgde zijn humaniora in het vermaarde Evangelisch Atheneum in Budapest en volgde daarna lessen aan de Universiteit van Berlijn, om chemisch ingenieur te worden volgens de wensen van zijn vader. In de jaren twintig was Berlijn de Acropolis van de moderne natuurkunde. Wigner woonde ook de lessen en seminaries bij van Albert Einstein (1879-1955), Max Planck (1858-1947) en Max von Laue (1879-1960). De voorbereiding van zijn doctorthesis, dat een pionierwerk was in kwantumchemie, gebeurde onder leiding van Michael Polanyi (1891-1976). Na beëindiging van zijn universitaire studies aan de Technische Universität Berlin in 1925, keerde hij naar huis terug om zijn kwaliteiten aan te wenden in zijn vaders lederfabriek. Wanneer hij ingelicht werd dat Werner Heisenberg (1901 - 1976) en Max Born (1882 - 1970) de kwantummechanica ontwikkelden, keerde hij terug naar Berlijn. Met de hulp van zijn oude leraar, Michael Polanyi, vervoegde hij het Kaiser Wilhelm Instituut. Hier was hij de eerste om zich te realiseren dat ruimtetijdsymmetrieën een centrale rol speelden in kwantummechanica. In zijn boek getiteld 'Group theory method in quantum mechanics', toonde hij aan dat al de belangrijke exacte resultaten van kwantummechanica kunnen bekomen worden door middel van symmetrische groepen. Dit wordt tevens benadrukt in de redenering van de hem in 1963 toegekende Nobelprijs.
In de jaren dertig aanvaardde Wigner een overzeese uitnodiging en vanaf dat ogenblik zou hij gedurende zes decades blijven werken aan de Universiteit van Princeton. Tijdens Wereldoorlog II speelde hij een vooraanstaande rol in het opstarten van het atoomtijdperk en, na de oorlog, in het vreedzaam en veilig gebruik van nucleaire energie. Het kan gezegd worden dat hij de eerste kernreactortechnicus in de wereld was.
In 1963 werd hem de Nobelprijs Natuurkunde toegekend. Hij diende die prijs wel te delen met de Amerikaanse Maria Goeppert-Mayer (1906-1972) en de West-Duitser Hans Daniel Jensen (1907-1973), beiden elk voor 1/4 van de prijs.
Wanneer hij overleed (op 1 januari 1995 in Princeton) publiceerde de New York Times in een 'in memoriam' van vijf kolommen over “de man die de mensheid introduceerde in het atoomtijdperk en de moed had om de wetenschap van subatomaire partikels aan te passen.” “Hij was één van die wetenschappers die begaafd was met opmerkelijke verbeelding en vooruitzichten, die voortkwamen en bestudeerd waren in Budapest en naar het Westen kwamen om de moderne wereld te veranderen..”
Na zijn dood werd hij begraven op het Princeton cemetery in Princeton, New Jersey, naast zijn tweede echtgenote, Mary Wheeler Wigner.

een reactor-geproduceerde radio-isotoop Faculteit Wetenschappelijke Afdeling en Albert Einstein Wigner ontvangt zijn Nobelprijs Natuurkunde.
In Augustus 1946 overhandigde, Eugene Wigner, een reactor-geproduceerde radio-isotoop, in een container in carbon-14, aan de directeur van het Barnard Free Skin and Cancer Hospital van St. Louis, Missouri.
Faculteit Wetenschappelijke Afdeling en Albert Einstein. 1930-1940.
van links naar rechts: Harry S. Robertson, Eugene P. Wigner, Hermann Weyl, Isidor Isaac Rabi, Albert Einstein, Rudolf Walter Ladenburg, J. Robert Oppenheimer.
Wigner ontvangt zijn Nobelprijs Natuurkunde.

Officiële erkenning van zijn werk in nucleaire research bleken uit de U. S. Medaille voor Verdiensten, 1946; de Enrico Fermi Prijs (U.S.A.E.C.) toegekend in 1958 en de Atomen voor Vrede Prijs, in 1960. Dr. Wigner was houder van de Medaille van de Franklin Vereniging, de Max Planck Medaille van de Duitse Vereniging voor Natuurwetenschappen, de George Washington Prijs van de Amerikaans-Hongaarse Studiestichting (1964), de Semmelweiss Medaille van de Amerikaans-Hongaarse Medische Vereniging (1965) en de Nationale Medaille voor Wetenschappen (1969).
Hij ontving universitaire eregraden van de Universiteit van Wisconsin, de Universiteit van Washington, het Case Instituut, de Universiteit van Alberta (Canada), de Universiteit van Chicago, het Colby College, de Universiteit van Pennsylvania, de Universiteit van Yeshiva, het Thiel College, de Universiteit van Notre Dame, de Technische Universiteit van Berlijn, het Swarthmore College, de Universiteit van Leuven, de Universiteit van Luik, de Universiteit van Illinois, de Seton Hall, de Katholieke Universiteit en de Rockefeller Universiteit.
Hij was vice-voorzitter en voorzitter van de American Physical Society, waarvan hij nadien ook nog lid bleef. Hij was verder ook nog lid van de directieraad van de American Nuclear Society; was lid van de American Philosophical Society, de American Mathematical Society, de American Association of Physics Teachers, de National Academy of Science, de American Academy of Arts and Sciences, de Koninklijke Academie voor Wetenschappen en Letteren van Nederland, de American Association for the Advancement of Science en de Oostenrijkse Academie voor Wetenschappen. Hij was corresponderend lid van het Gesellschaft der Wissenschaften, Gottingen, en buitenlands lid van de Royal Society of Great Brittain en bovendien ook nog lid van het General Advisory Committee voor de U.S. Atomic Energy Commission van 1952-1957 en van 1959 tot 1964.

Wigner met zijn vrouw Mary, en zijn twee kinderen
Wigner met zijn vrouw Mary, en zijn twee kinderen,
David en Martha.

Wigners geboortehuis in Budapest. Het graf van Wigner, naast zijn echtgenote Mary.
Wigners geboortehuis in Budapest.
Het graf van Wigner, naast zijn echtgenote Mary.